Factoren van de baring- foetaal caput (niet af) Flashcards
Wat zijn de 3 beenstukken van de schedel van de foetus die we moeten kennen?
frontaal been, pariëtaal been, occiputaal been
Wat zijn de 3 delen van de schedel van de foetus doe je moet kennen?
Sinciput: voorhoofd
Vertex: de kruin
Occiput: achterhoofd
Welke fontanellen moet je als verloskundige kennen?
Kleine fontanel en grote fontanel (ook wel Bregma genoemd)
Welke 5 saturae (schedelnaden) moet je kennen?
- Satura frontalis (voorhoofdsnaad)
- Satura coronalis (kroonnaad) –> vgm 2x
- Satura saggitalis / pijlnaad
- Satura lamdoïdalis (achterhoofdsnaad)
‘’ Grote fontanel vindt je terug aan de hand van de kroonnaad (coronalis), pijlnaad (saggitalis) en voorhoofdsnaad (fronatalis) ‘’
‘’Kleine fontanel geeft verbinding tussen de satura lamdoidalis (achterhoofsnaad) en satura sagatalis (pijlnaad). satura lamdoidalis omdat die zowat de vorm heeft van de letter lamda’’
wat is de invloed van craniometrie op het baringsproces?
‘’ ligging, houding en plaatsing (factoren) van de foetale schedel t.o.v het bekken. Deze 3 zorgen ervoor dat de foetus op een bepaalde manier in het bekken gaat liggen. Dit heeft invloed op de doortredende diameter (hoe de baby door het bekken gaat). Dit heeft weer invloed op het verloop van de bevalling.’’
wat zijn de verschillende maten die we bij craniometrie meten?
- Schedelomtrek (circumferentia)
- Fronto-occipitalis (1) (schedelomtrek = gemeten na geboorte)
‘’ Fronto-occipitalis: voorhoofd tot bovenste deel achterhoofd. ‘’ - Suboccipito-bregmatica (2)
‘’Suboccipito: onderkant van het achterhoofd naar de bregma (grote fontanel)’’ - Mento-occipitalis (3)
‘’Mento= kin
Occipitalis= bovenstedeel achterhoofd.
Dus van kind naar bovenstedeel achterhoofd.’’ - Doortredende diameter
- Invloed op verloop bevalling
- Schedelomtrek
- Doortredende diameter
- Ligging
- Houding
- Plaatsing
- Laterale diameters
- VA diameters