Excretie Flashcards

1
Q

Noem 6 verschillende excretie routes voor geneesmiddelen en noem de belangrijkste

A
  1. Renaal
  2. Gal
  3. Faeces
  4. Pulmonair
  5. Speeksel
  6. Via andere lichaamssecreten zoals zweet, melk en haar.

De belangrijkste is de renale excretie route.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 3 grote processen vinden plaats in de nier?

A
  • Glomerulaire filtratie
  • Tubulaire secretie, dit is vanuit het bloed naar de tubulus van de nier. (Meestal actief transport)
  • Tubulaire reabsorptie (Meestal passief)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voor welke moleculen kan er glomerulaire filtratie plaats vinden?

A

Voor kleine wateroplosbare moleculen met een moleculair gewicht van <500.
Eiwitgebonden moleculen kunnen zeker niet gefiltreerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat vindt er plaats in de proximale tubulus van de nier?

A

Hier vindt er actieve secretie plaats van zwakke elektrolyten, dit zijn voornamelijk zuren. Het wordt gemediteerd door P-glycoproteinen.
Dit systeem is verzadigbaar.

Secretie gebeurt van de capillairen naar de nier-tubulus.
Dit bevorderd dus de excretie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat weet je over passieve reabsorptie?

A

Dit gebeurt bij nutriënten die nuttig zijn en we dus willen behouden maar ook voor geneesmiddelen als ze fysicochemisch gunstige eigenschappen hebben. ( ionisatie graad)

We krijgen dus reabsorberen dus dat wilt zeggen vanuit de nier, terug naar het bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er in de Lis van Henle?

A

Enkel maar passieve reabsorptie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er in de distale tubulus?

A

Passieve transfer van vetoplosbare stoffen, dus secretie maar ook reabsorptie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er met hetgeen wat na de distale tubulus nog in de nier aanwezig is?

A

Dat wordt geexcreteerd, dus via de urineblaas naar de omgeving afgevoerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noteer de formule voor renale klaring

A

CLr = Qu x Cu / Cp

Qu is de urine flow in mL / minuut.
Cu is de urine concentratie in microgram per mL.
Cp is de plasmaconcentratie van het geneesmiddel op mid-point.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is midpoint?

A

We gebruiken dit wanneer we het hebben over de renale klaring.

Plasmaconcentratie op midpoint van de collectie tijd wilt zeggen dat je urine gaat collecteren over een bepaald tijdsbestek bv 24 uur, het midpoint is dan 12 uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef in een formule weer waarom renale klaring een additief proces is.

A

CLr = Glomulaire filtratie - tubulaire reabsorptie + tubulaire secretie - ionische diffusie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe noemen we glomerulaire filtratie ook wel?

A

Urinaire filtratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef een uitleg over glomerulaire filtratie?

A

Het is een soort ultrafiltratie onder invloed van de osmotische druk die ter hoogte van de glomeruli ontstaat. Die filtratie vindt plaats doorheen porien en hangt af van de doorbloeding en de mate van eiwitbinding.
(bij meer eiwitbinding minder filtratie)
(bij meer doorbloeding dan gaat filtratie goed verlopen en gaat er meer filtratie zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurt er bij het ouder worden met de glomerulaire filtratie?

A

Deze zal dalen met ongeveer 1% per jaar. Hoe ouder wordt des te slechter je nierfunctie dus zal zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe bepaal je de urinaire/glomerulaire filtratie?

A

Door het meten van inline, creatinine of EDTA concentraties over bepaald tijdsverloop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke klaring is een maat voor de renale functie en waarom?

A

Creatinine klaring is een maat voor renale functie.
Creatinine is afgeleid van het metabolisme van kreatinine in de skeletspier of de inname van vlees.
Dit wordt vrijgesteld in het plasma en heeft een vrij stabiele plasmaconcentratie.

Creatinine wordt enkel gefilterd over de glomerulus en niet geresorbeerd of gemetaboliseerd in de nier.

Excretie van creatinine berust dus enkel maar op glomeulaire filtratie.
Daarom is de klaring van creatinine een maat voor de glomerulaire filtratie snelheid.

17
Q

Geef de formule van creatinine klaring

A

CLcreatinine (ml/min) = urinaire secretie snelheidheid van creatinine / serum concentratie van creatinine

18
Q

Wat is de glomulaire filtratie ratio van een gezond mens?

A

120-130 mL/min is de glomerulaire filtratie ratio bij een gezond mens.

19
Q

In wat kan de creatinine productie variëren?

A

Het kan variëren met leeftijd, gewicht en geslacht.

Dit kan met de Cockcroft-Gault vergelijking.

20
Q

Waarom is actieve secretie additief met glomerulaire filtratie?

A

Het zorgt namelijk ook voor excretie.

21
Q

Wat heb je nodig voor actieve secretie nodig?

A

Transporters voor zure en basische geneesmiddelen.

22
Q

Waar vindt actieve secretie plaats?

A

In de proximale tubulus

23
Q

Hoe werkt actieve secretie? En wat is daarvan het nadeel?

A

Door middel van transporters.
Het nadeel hiervan is dat deze verzadigbaar zijn en dat er competitie kan optreden.

Als de geneesmiddel concentratie hoog is en het systeem van secretie is verzadigd dan verloopt eliminatie minder goed en dan bekom je hogere plasmaconcentraties.

24
Q

Is het proces van filtratie verzadigbaar?

Hoe uit zich dit in een grafiek?

A

Nee, filtratie is niet verzadigbaar.

Als de plasmaconcentratie van het geneesmiddel stijgt dan gaat de excretiesnelheid lineair meestijgen.

25
Q

Waarom loopt de curve van secretie eerst lineair maar na verloop van tijd niet meer?

A

Omdat we eerst geen verzadiging hebben van de transporteiwitten, maar daarna wel.

26
Q

Wat is passieve reabsorptie?

A

Dat is terug opname van de nier terug in het bloed. Het zorgt voor verminderde excretie.

27
Q

Wat is van belang bij passieve reabsorptie?

A

De lipofiliciteit van een geneesmiddel, want het geneesmiddel moet de membraan kunnen passeren.
Ook de ionisatiegraad is van belang. Dit hangt af van de pKa van het geneesmiddel en van de pH van de urine.

28
Q

Welke pH range zien we bij urine?

A

Van 5.5 tot 7.6

29
Q

Kan de renale klaring hoger zijn dan de creatinine klaring?

A

Ja, je weet dan dat niet enkel de glomelaire filtratie een rol speelt maar bv ook tubulaire reabsorptie en secretie.

30
Q

Noem 9 factoren die de renale excretie beinvloeden

A
  1. Bloedflow, hoe hoger de bloedflow des te hoger de glomerulaire filtratie is.
  2. Urineflow
  3. pH van de urine
  4. Renale functie/creatinineklaring
  5. Leeftijd, de renale excretie daalt met een hogere leeftijd
  6. Geslacht.
  7. Eiwitbinding
  8. Geneesmiddel interacties
  9. Transporters.
31
Q

Wat is naast de renale excretie route nog een andere belangrijke eliminatie route voor geneesmiddelen

A

Eliminatie via de gal.

32
Q

Wat zijn aandachtspunten bij eliminatie van de gal?

A

Bij de gal is er geen passieve diffusie mogelijk. Er is dus enkel maar actieve secretie mogelijk.

Vaak zijn dit stoffen met een hoog moleculair gewicht en zijn amphilphillic (dat wilt zeggen zowel hydrofobe als hydrofiele eigenschappen).
Vaak zijn er ook stoffen die een fase-2-metabolisatie in de lever hebben overgaan, dat geeft geconjugeerde stoffen en daarvoor is ook actieve secretie noodzakelijk.
Dit is omdat de stoffen te groot zijn.

Omdat eliminatie via gal een actief metabolisme is, kan er verzadiging optreden en is er competitie mogelijk tussen verschillende geneesmiddelen.

33
Q

Is er reabsorptie mogelijk vanuit de gal naar de lever?

A

Nee, dit vanwege de aard van de stoffen (hoog moleculair gewicht en amfipatisch)

34
Q

Wat is enterohepatische circulatie?

A

Dit zijn stoffen die in de gal terecht komen, na voedselinname wordt de galblaas samengeknepen en komt het galkanaal uit in de darm. De geneesmiddelen komen weer in de darm terecht en vanuit daar kunnen ze geabsorbeerd worden om terug in de systemische circulatie terecht te komen.

35
Q

Geef uitleg over de plasmatijdsconcentratie curve van geneesmiddelen die door middel van de enterohepatische circulatie verwerkt worden.

A

We zien een hele typisch plasmatijdsconcentratie curve met 2 pieken.
De eerste piek is de initiële absorptie van het geneesmiddel, dit komt in het plasma terecht.
De 2e plek kan zijn na voedselinname, het geneesmiddel wordt opnieuw geexcreteerd in de darm. Je krijgt dan opnieuw een piek in de curve te zien omdat je dan opnieuw absorptie kan krijgen

36
Q

Van wat is eliminatie een combinatie?

A

van eliminatie en excretie.