examens Flashcards
latentie-periode
op een trage tempo zich zowel fysiek als psychologisch groeien (erikson) - lagereschool
risicofactoren voor pyschische stoornissen in de pubertijd
zowel psychologisch als sociaal (school, peergroup,…)
- hoogbegaafdheid
- genderidentiteit
- temperament
- persoonlijkheid
- zelfbeeld
verbouwingen in de brein tijdens pubertijd
- synaptogenese
- pruning
- myelanisatie
verschil leeftijd pubertijd - adolescentie
pubertijd: 10 - 15 jaar
adolescentie: 10 - 22 jaar
leg uit: melatonine in de pubertijd
= slaaphormoon
- wordt tijdens adolescentie gedaald
g: weinig slaap
g: altijd moe wegens groeispurt en hersenontwikkeling
g: schoolprestatie daalt
g: depressie
leg uit: dopamine in de pubertijd
dopamine stijgt
- puber gevoeliger voor beloningen
- puber niet gevoelig voor straf
leg uit: cortisol in de pubertijd
cortisol stijgt (HPA-as)
g: vermijdingsgedrag
g: onderpresteren
leg uit: brein ontwikkelt zich van achter naar voor
de brein ontwikkelt zich van occipitaalkwab naar frontaalkwab
- frontaalkwab is laatste fase:
- hersenverbindingen snoeien
- myelinelaagje aanleggen
g: concentratieverlies, depressie, uitstelgedrag
leg uit: synaptogenese
het aanleggen van verbindingen tussen zenuwcellen als je iets leert of traint
leg uit: pruning
eerder gevormde verbindingen worden geëlimineerd
leg uit: myelinisatie
witte stof wordt gevormd als isolatielaag voor veelgebruikte verbindingen
leg uit: use it or lose is principe
wat het brein niet frequent gebruikt, verdwijnt
samenvatting tienerbrein: ratio op achterstand
- PFC
- pas bij adolescentie volgroeid
- controlevaardigheden
- kennisvaardigheden
- emotionele vaardigheden
- sociale vaardigheden
samenvatting tienerbrein: heftige emoties
amygdala
- overactieve emoties: gevoelig voor angst en boosheid
- moeilijke inschatting van emotionele signalen
samenvatting tienerbrein: gezichtsuitdrukkingen
insula
- geen vlotte herkenning van de juiste emoties