7: componenten van persoonlijkheid Flashcards
wat bepaalt er de uniciteit van het individu (6)
= eigen, diverse persoonlijkheid
- temperament
- karakter
- uiterlijk
- geslacht
- geheugen
- intelligentie
leg uit: inhibitie - responsiviteit
i: de manier waarop je je impulsen kunt afremmen en beheersen
r: de manier waarop je afreageert op anderen
geef verschillen tussen introvert en extravert
introvert - extrovert
innerlijke act zintuigelijk act
PFC + thalamus temp kwab+
limbisch
systeem
acetylcholine dopamine
parasympathisch sympathisch
zenuwstelsel zenuwstelsel
geef me de 4 temperamenten (klassieke oudheid)
Hypporates - Galenus
op basis van dominante lichaamssap
- singuïnisch (bloed): gepassioneerd, opgewekt
- flegmatisch (slijm): afstandelijk,koud
- cholerisch (gele galsap): opgewonden
4: melancholisch (zwarte gal): boos
LAVATER
teken schema van Eysenck (1953) met 3 belangrijke begrippen
zie boek p.131