Ernstige meervoudige beperkingen Flashcards
Noem vijf kenmerken van personen met (Z)EVMB (Nakken & Vlaskamp, 2007)
(zeer) ernstige verstandelijke beperkingen
Ernstige of zeer ernstige motorische beperkingen
Zintuigelijke problemen
Algemene gezondheidsproblemen
Heterogeniteit
Noem negen bijkomende problemen bij ZEVMB
Bijkomende problemen (%) • Visuele problemen 98 • Epilepsie 80 • Dysphagie 78 (onvermogen om te slikken) • Obstipatie 68 • Maag- darm problemen 67 • Gedragsproblemen 45-82 • Chronische luchtwegproblemen 38 • Auditieve problemen 35 • Slaapproblemen 31
Wat zijn moeilijkheden bij personen met ZEVMB?
› Gedrag moeilijk te begrijpen
› Ontbrekende kennis (over ontwikkeling)
Waarom is gedrag bij ZEVMB moeilijk te begrijpen?
- Welke gedrag laat iemand zien? Betekenis?
- Mijn collega en ik zijn het niet met elkaar eens.
- Thuis doet hij/zij hele andere dingen dan hier
Welke kennis ontbreekt er bij ZEVMB?
- We weten i.h.a. heel weinig over deze mensen
- We weten soms ook niet veel over één persoon
- Wat wil iemand? Wat vind hij of zij leuk?
Wat zijn moeilijkheden voor de hulpverlener?
› Ontwikkelingsperspectief ontbreekt vaak
• Waar moet ik aan werken met deze persoon? Wat kan hij wel of niet? Welke ontwikkeling mag ik verwachten?
› Ondersteuning intuïtief van karakter
• We doen dingen vanuit goede bedoelingen, maar ook vaak vanuit onze eigen ideeën over opvoeding en ondersteuning.
› Toetsing zwakke schakel
• Wat wil ik/we bereiken? Bereik ik/we dit ook? Zit ik op de goede weg?
Wat zijn moeilijkheden van de organisatie?
› Gebrek aan inhoudelijke continuïteit
• Elke keer beginnen we weer opnieuw
• We leggen weinig vast; veel kennis in hoofden van mensen
• Veel papierwerk
› Fragmentatie van de zorg
• Mijn collega doet wat anders
• De fysiotherapeut vindt andere dingen belangrijk dan de spelbegeleider én de woonbegeleider.
Is het opvoedings-/ondersteuningsprogramma (OP) effect of niet?
erkend door Deelcommissie Gehandicaptenzorg als effectief
Waar gaat opvoedings-/ondersteuningsprogramma (OP) vanuit?
• een bepaalde kijk (visie)
• én je moet volgens kleine stappen werken
(methodisch uitgangspunt)
• én heel goed samenwerken (interdisciplinair)
Waarvoor is het OP gemaakt?
Is zo gemaakt dat het beschreven problemen ‘min of
meer oplost’
OP: twee uitgangspunten
› Normatieve uitgangspunten (visie)
› Methodische uitgangspunten (stappenplan)
Van welke normatieve visie gaat OP uit?
Visie: Relationele opvatting
Wat houdt de relationele opvatting in?
› Bestaan is ingebed in relatie met anderen
› Gericht op mogelijkheden en opbouwen van een relatie, niet op beperkingen
› Invloed van persoon erkennen
Beschrijf de huidige visie met betrekking op ZEVMB
› Personen met EVMB zijn in staat tot het
aangaan en onderhouden van relaties
› Ze kunnen dan op hun eigen manier aangeven
wat ze willen = sturing op het bestaan
› En ontwikkelen (= heel breed!)
(De praktijk moet gebaseerd zijn op het waarderen van personen met EVMB als een sociaal en communicatief menselijk wezen wiens gedrag de moeite waard is)
Wat verstaan we onder ontwikkeling bij mensen met ZEVMB?
› Toename van mogelijkheden in kennis en/ of vaardigheden › Verbreding van bestaande vaardigheden › Afname van noodzakelijke ondersteuning › Voorkomen van achteruitgang
Waarom zijn normatieve uitgangspunten van belang?
Hierdoor gaan hulpverleners zich gemeenschappelijk gedragen. Je voorkomt daarmee fragmentarische ondersteuning. De ondersteuning wordt transparant.
Waarom is de visie alleen niet voldoende?
Omdat de doelgroep te complex is
Wat heb je nog meer nodig dan alleen visie?
› Methodisch en doelgericht werken
› Structureel evalueren
› Interdisciplinair werken
› Visie moet terugkeren in alle facetten van het werk
Wat bereik je met methodisch werken?
› Door methodisch en systematisch te werken
ontwikkel je die relatie (‘we begrijpen elkaar’).
› Door methodisch te werken (met doelen) én te
evalueren vraag je eigenlijk steeds aan de persoon:
‘ben ik met jou op de goede weg’?
Wat zijn de methodische uitgangspunten?
› Systematisch en doelgericht werken
› Eisen stellen aan doelen en activiteiten
› Criteria bij doel - evalueren
Van welk model wordt eruit gegaan bij ZEVMB?
het werkmodel
Noem de stappen van het werkmodel
persoonsbeeld perspectief hoofddoel werkdoel activiteit rapportage --> GAS
Wat is het persoonsbeeld?
Pedagogische analyse. Geeft richting aan/is sturend om op dit moment te bepalen wat het meest van belang is (grootste probleem/ belangrijkste vraag van de cliënt) =
probleemanalyse.
- van veel verschillende informanten info verzamelen
- positieve/negatieve kenmerken + interesses
- Hoe zijn de relaties
- Gedrag en interpretaties van elkaar scheiden!
› Interdisciplinair
› Visie bepaalt welke info wordt verzameld
› Orthopedagoog schrijft beeld!
Wat ga je uitzoeken voor de beeldvorming?
› Kennis functionele mogelijkheden › Adaptief gedrag › Participatie, interactie en sociale rollen › Gezondheid › Context › Geboden zorg, omgangsregels, doelen › Dossieranalyse › Feitelijke kennis
Welke instrumenten kun je gebruiken tijdens beeldvorming?
Instrumenten zoals: › Inventarisatie Persoonsbeeld en Zorg (IPZ) › Gedrags Taxatie Instrument (GTI) › Lijst kindkenmerken deel I en II › Lijst Gedragsproblemen › Lijst Alertheid
Welke informatie haal je uit het dossier?
› De functionele mogelijkheden
› Gegevens over andere beperkingen
› Informatie over de gezondheid van de persoon
Wat is IPZ (Inventarisatie Persoonsbeeld en Zorg) en wat meet je? (Vlaskamp & Van Wijck)
› kapstok voor beeldvorming
› speciaal voor het programma ontwikkeld
› informatie over de persoon zélf en de persoon in relatie tot de voor hem belangrijke personen
› informatie over de zorg en de situatie waarin de zorg wordt geboden
› categorieën zijn opgebouwd van individueel naar
algemeen.
Waar is de GTI voor? (Gedrags Taxatie Instrument; Vlaskamp, Van der Meulen & Smrkovsky)
Bedoeld om mogelijkheden van de persoon in kaart te brengen
Uit welke vijf subschalen bestaat de GTI?
› Emotioneel communicatief gedrag
› Receptief taalgedrag (wat ze begrijpen)
› Algemeen communicatief gedrag
› Visueel gedrag
› Exploratief gedrag
(Daarnaast is er nog een categorie met aanvullende
informatie)
Wat is de definitie van gedragsproblemen? (Emerson,
2002)
› Cultureel abnormaal gedrag met een bepaalde
intensiteit, frequentie of duur die de psychische
veiligheid van de persoon of anderen in gevaar
brengt
› En gedragingen die leiden tot beperkingen in
het functioneren binnen de gemeenschap
Noem vier soorten probleemgedrag
› Zelfverwondend gedrag
› Stereotiepe gedrag
› Agressief/destructief gedrag
› Teruggetrokken gedrag