English-Dutch Advanced 5 Flashcards
Vertaal naar het Nederlands.
love, adore sth - v
weg zijn van
Vertaal naar het Nederlands.
argument, difference of opinion
meningsverschil
Vertaal naar het Nederlands.
kitchen stuff
keukenspullen
Vertaal naar het Nederlands.
conscientiously
gewetensvol
Vertaal naar het Nederlands.
dusty
stoffig
Vertaal naar het Nederlands.
discolored
verschoten
Vertaal naar het Nederlands.
dump, run-down place; kennel, sty
hok
Vertaal naar het Nederlands.
use up; turn pale, fade
verschieten
Vertaal naar het Nederlands.
hovel, slum
gribus, de
Vertaal naar het Nederlands.
for that matter
trouwens
Vertaal naar het Nederlands.
clear up, get straight
ophelderen
Vertaal naar het Nederlands.
less full, cluttered
minder vol
Vertaal naar het Nederlands.
neat, orderly
ordelijk
Vertaal naar het Nederlands.
decide; break off
uitmaken
Vertaal naar het Nederlands.
I bet that…
ik durf te wedden dat
Vertaal naar het Nederlands.
fade, howl
joelen
Vertaal naar het Nederlands.
chorus (of song)
refrein, het
Vertaal naar het Nederlands.
at the top of one’s lungs
keihard
Vertaal naar het Nederlands.
come close; approach
benaderen
Vertaal naar het Nederlands.
be capable of
in staat zijn tot
Vertaal naar het Nederlands.
scream - v
gieren
Vertaal naar het Nederlands.
scream with laughter - v
het uitgieren van het lachen
Vertaal naar het Nederlands.
cue; password
wachtwoord, het
Vertaal naar het Nederlands.
go, proceed - v
begeven zich