English Flashcards
dubbelzinnig
unequivocal
onjuist, onnauwkeurig
to be inaccurate
bedrog
a hoax
bedriegen
to hoax
koolstofuitstoot
carbon emission
uitstoten
to emit
in de steek laten
to abandon
onweerlegbaar
to be irrefutable
gebrekkerig
flawed
een gebrek
a flaw
een voorspelling
a forecast
onthullen
to reveal
schatting
an estimate
schatten
to estimate
misrekening
a miscalulation
koraalrif
a reef
prachtig
to be stunning
adembenemend
to be breathtaking
jaarlijks
annual(ly)
bijspringen, uit de nood helpen
to help out with something
vernieling
destruction
vernielen
to destruct
minimaliseren
to minimise
behouden
to preserve
prachtig
magnificent
zwoegen
to struggle
herstellen
to recover
verbeteren
to improve
een probleem aanpakken
to adress a problem
toegang
acces
toegangelijk
accessible
een soort (van bv. een dier)
a species
uitgeroeid zijn
to become extinct
beperken
to reduce
blijkbaar
apparently
het is ongewoon
to be uncommon
bedreigd
endangered
in gevaar brengen
to endanger
overtuigen
to persuade
aanpassen
to adapt
verward raken in iets
to be tangled in
een nier
a kidney
gewurgd worden
to be strangled
hangen
to hang
ontbinden
to decompose
vee
livestock
dwingend
to be compelling
grof / vies
to be gross
een smaak
a flavour
a period of 10 yrs
a decade
to make possible
to enable
beschikbaarheid
availability
beschikbaar zijn
to be available
verdamping
evaporation
vochtigheid
humidity
vochtig zijn
to be humid
verdampen
to evaporate
bevochtigen
to humidify
bijdragen
to contribute
bijdraging
a contribution
de bijdrager
a contributor
zuur
acid
zuurtegraad
acidity
smelten
to melt
gletsjer
a glacier
zich ophopen
to accumulate
verminderen
to decrease
afnemen
to diminish
bedreigen
to threaten
volhouden, doorzetten
to persist
to feel good, alright
to be right as rain
to make more environmentally friendly decisions
to go green
to keep something i.e money for a time when needed
to save it for a rainy day
there is something good in every bad situation
every cloud has a silver lining
someone who is your friend only when you’re in a good situation and who doesn’t support you in difficult times
to have a fair weather friend
to be a small amount, especially when compared to a much larger one
to be a drop in the ocean
to refuse an offer in a polite way
to take a rain check
ebola (deadly disease caused by a virus)
ebola
het KMI
meteorological department
cholera (infectious disease that causes watery diarrhoea)
cholera
doorweekt zijn
to be soaked
infectie
an infection
orkaan
a hurricane
slachtoffer
a casualty
overstroming
a flood
woestijn
a desert
lawine
an avalanche
briesje
a breeze
tyfoon
a typhoon
vulkaanuitbarsting
volcanic eruption
vulkaan
a volcano
onweer
a thunderstorm
hagelbui
a hailstorm
een trilling
a tremor
een slachtoffer (still alive)
a victim
naschok
aftershock
stortvloed
a deluge
zeebeving
a seaquake
stortvloed
a torrent
schaal van richter
Richter scale
hoogtij
high tide
nasleep
aftermath
instorten
to collapse
sterfgeval
fatality
dodental
death toll
totaal verwoesten
to devastate
verwoesting
devastation
stortbui
downpour
droogleggen
to drain
vernietigen
to ruin
dijk
embankment
beving
seismic disturbance
aardverschuiving
landslide
regenseizoen
monsoon
modderstorm
mudslide
uitbraak
outbreak
brokstukken
debris
besmetting
infestation
besmet zijn door
infested by
rijp
white frost
rubberboot
rubber dinghy
verwonde
wounded
vlammenzee
blaze / inferno
hongersnood
famine
evacuatie
evacuation
hittegolf
heatwave
tsunami
tsunami
droogte
drought
sneeuwstorm
blizzard
harde wind
gale
tornado
tornado
aarbeving
earthquake
overstroming (fancy word)
inundiation
epicentrum ( van de aarbeving )
epicenter
epidemie
epidemic
hittegolf
heat spell
bosbrand
forest fire
hongersnood
starvation
verhongeren
to starve
besmetting, vervuiling
contamination
besmetten
to contaminate
periode van grote droogte
dry spell
ijzel (op het wegdek)
black ice