engels vocabulair unit 1 Flashcards
een flatgebouw
a block of flats
een flat
a flat
een rijhuis
a terraced house
een half vrijstaande woning
a semi-detached house
een villa
a villa/ a detached house
een bugalow
a bungalow
een apart huis
a cottage
een coffiemaker
a coffee maker
een ketel
a kettle
een toaster
a toaster
een microgolf
a microwave
een ijskast
a fridge/ a refrigerator
een friezer
a freezer
een vaatwas
a dishwasher
een pombak
a sink
een was machine
a washing machine
een droger
a dryer
een oven
an oven
een kookplaat
a hob
een fornuis
a stove
breedte
width
breed
wide
lengte
lenght
lang
long
hoogte
height
hoog
high
groot ruimte /vierkante meter
floor area / Square metres
volume/ cubice meter
volume/cubic metres
baksteen
brick
glas
glass
staal
steel
steen
stone
hout
wood
beton
concrete