Engels 6 E->N Flashcards
1
Q
acquisition
A
verwerving, overname
2
Q
moderately
A
matig
3
Q
affordability
A
betaalbaarheid
4
Q
afjacent
A
aangrenzend
5
Q
renovation
A
renovatie
6
Q
amenities
A
voorzieningen
7
Q
provide
A
rechtvaardigen
8
Q
extensive
A
uitgebreid
9
Q
cost-competitive
A
kostenconcurrerend
10
Q
extensive
A
uitgebreid
11
Q
landscaped
A
aangelegd (bv. aangelegde tuin)
12
Q
experience
A
reputatie, wat je in het verleden gedaan hebt
13
Q
vacant
A
vrij
14
Q
targeted
A
gericht op
15
Q
geared
A
gestuurd door doorverwijzingen (klanten verwijzen mensen door naar het hotel)
16
Q
encouraging
A
de marktvraag aansturen/aandrijven
17
Q
established
A
gevestigd
18
Q
to change upon
A
aan verandering ovehevig
19
Q
word-of-mouth referrals
A
mond tot mond reclame
20
Q
focused on
A
zich richten op
21
Q
referral guests
A
een gast doorverwijzen
22
Q
promotion
A
een korting
23
Q
used
A
gebruiken
24
Q
awareness
A
opleveren, verschaffen
25
an easy feat
een gemakkelijke taak
26
a vendor
een leverancier
27
new recruits
een nieuwe werknemer
28
praise
lof
29
to improve
verbeteren
30
to achieve
bereiken
31
to become engaged
betrokken raken
32
to attend to the matter
de zaak behandelen
33
change of a lifetime
de kans van je leven
34
putting everything on the line
alles op het spel zetten
35
to launch a business
een bedrijf opstarten
36
high footfall areas
gebieden met veel passage
37
invest in an idea
een idee financieren
38
to fund an idea
een idee financieren
39
table service
bediening aan tafel
40
counter service
aan de bar bestellen
41
signature dish
je specialiteit, je topgerecht
42
cuisine
keuken
43
margin
marge
44
a luxury concept
luxeconept
45
a high-end concept
luxeconcept
46
a start-up
een beginnende onderneming
47
an impression
een indruk
48
leading investors
toonaangevende investeerders
49
customer experience
klantervaring
50
to come down to
neerkomen op
51
fine dining
gastronomisch (restaurant)
52
to support
steunen
53
to back (an idea)
steunen (bv. een idee, onderneming)
54
to get people queuing for a table
mensen in de rij krijgen voor een tafel
55
credentials
referenties
56
mass appealing
aantrekkelijk voor de massa
57
an all-day brand
een merk (of restaurant) dat de hele dag klanten heeft
58
a stall
een kraam
59
to pitch
voorstellen, presenteren
60
to cater for
voorzien in
61
do the number stack up?
zijn de cijfers logisch?
62
tweaking
aanpassen
63
the core offer
het kernaanbod
64
financial acumen
financieel inzicht
65
the till
de kassa
66
the price point
het prijsniveau
67
to be accustomed
gewend zijn aan
68
profit
winst
69
projections
prognoses
70
business model
bedrijfsmodel
71
to spell out the offer
het aanbod uitleggen
72
bankrupt
failliet
73
restaurant metrics
restaurantstatistieken
74
overestimated
overschat
75
balance sheet
balans
76
assets
activa
77
current assets
vlottende activa
78
stocks
voorraden
79
debtors
debiteuren, schuldennaren
80
prepaids
vooruitbetaalde bedragen
81
fixed assets
vaste activa
82
liabilities
passiva
83
current liabilities
VVKT
84
creditors
crediteuren, schuldeisers
85
tax payable
bankschuld
86
interest payments
rentebetalingen
87
overdrafts
verschuldigde belasting
88
long-term liabilities
VVLT
89
equity or capital
eigen vermogen
90
to increase
toenemen
91
flat rate
vast tarief
92
expense
uitgave, kost
93
to allocate, to allot
toewijzen
94
spending
uitgaven
95
hefty legal fees
forse juridische kosten
96
to balance your budget
je budget doen kloppen
97
accounting
boekhouden
98
to expire
vervallen
99
revenue
opbrengsten
100
to keep your costs in check
je kosten binnen de perken houden
101
savings account
spaarrekening
102
taxation/tax
belasting
103
cash flow
geldstroom
104
to outsource
uitbesteden
105
return on investment
investeringsrendement
106
minimum wage
minimumloon
