Energie Flashcards
datgene wat nodig is om iets te laten veranderen (aan zichzelf en/of de omgeving, zoals een stofomzetting, vormverandering, verplaatsing …) - de hoofdeenheid van energie is joule (J)
de energie (E)
alles wat energie oplevert (bijvoorbeeld zon, water, wind, aardolie …)
de energiebron
energie komt in verschillende vormen voor naargelang de situatie (bijvoorbeeld thermische energie, chemische energie …)
de energievormen
energie die in stoffen opgeslagen zit (zoals in voedsel, batterijen, brandstoffen …)
de chemische energie
energie in de vorm van warmte
de thermische energie
energie van een bewegend voorwerp
de kinetische energie
energie die vervat zit in elektriciteit
de elektrische energie
energie die afkomstig is van een stralingsbron (zowel zichtbare als onzichtbare stralen)
de stralingsenergie
omzetting van de ene energievorm naar de andere energievorm (bijvoorbeeld potentiële energie kinetische energie)
de energieomzetting
energie die een voorwerp bezit als het zich op een hoogte bevindt of onder spanning staat (zoals een ingedrukte veer of uitgetrokken elastiek)
de potentiële energie
stelt dat de totale hoeveelheid energie steeds behouden blijft bij een energieomzetting
de wet van behoud van energie
brandstoffen die ontstaan zijn uit resten van biologisch materiaal uit het verre verleden zoals steenkool, aardgas en aardolie
de fossiele brandstof
levensstijl met als doel ervoor te zorgen dat iedereen voldoende heeft, zonder alles op te gebruiken en de volgende generatie in de problemen te brengen (PPP = planet people profit)
duurzaam leven
een onuitputbare energiebron die eeuwig zal meegaan en geen nadelen voor het milieu achterlaat
duurzame energiebron
energiebron die uitgeput raakt en belastend is voor het milieu
niet-duurzame energiebron
een verzamelnaam voor alle verschillende soorten elektromagnetische straling, die als golven worden uitgezonden (zowel zichtbare als onzichtbare straling)
het elektromagnetisch spectrum
straling die je met het oog kunt waarnemen
de zichtbare straling
straling die je niet met het oog kunt waarnemen
de onzichtbare straling
de hoeveelheid aan straling die een individu ontvangt
de stralingsdosis
de tijd waarin een individu wordt blootgesteld aan een soort straling
de stralingsduur
energie die wordt overgedragen van een plaats van hoge temperatuur naar een plaats van lage temperatuur (via geleiding, stroming of straling)
het warmtetransport
een vorm van warmtetransport in vaste stoffen, waarbij de energie wordt doorgegeven van materiedeeltje naar materiedeeltje
de geleiding
een stof die warmte goed geleidt (bijvoorbeeld metalen)
de geleider
een stof die de warmte niet goed geleidt (bijvoorbeeld glas, lucht, hout …)
de isolator
(stroming) is een vorm van warmtetransport in vloeistoffen en gassen, waarbij de stof zich zelf verplaatst en hierbij de energie meeneemt
de convectie
een vorm van warmtetransport zonder tussenkomst van materiedeeltjes
de straling