elektrodynamica2 Flashcards

1
Q

waarvoor dient weerstand?

A

de elektronen bewegen zeer snel waardoor er warmte ontstaat en dat kan voor brand zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

soorten weerstanden

A

een vernauwing

de kring groter maken

een andere soort tussen stof toevoegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de wet van ohm

A

de grafiek van de stroomsterkte(i) in functie van de spanning(u) is recht evenredig voor een weerstand(r) met een constante waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

joule effect

A

de opwarming van de geleider word gebruikt in bv. oven haardroger…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

elektrisch vermogen(p)

A

het toestel geeft aan hoeveel energie het toestel kan omzetten binnen een bepaalde tijdsduur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

elektrocutie

A

elektrische stroom door je lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

overbelasting

A

grote stroomsterkte door de geleider door te veel toestellen aan te sluiten op een stroom kring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kortsluiting

A

erg plotse overbelasting door geen weerstand te hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

automatische zekering

A

zal de stroom kring onderbreken bij een te grote stroomwaarde. je moet eerst het probleem aan pakken voordat je het terug aanzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

aarding

A

is de gele kabel is verbonden met een koperen pen en zend de onbedoelde lading terug in de grond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verliesstroomschakelaar

A

beschermt de gebruiker tegen elektrocutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stroomsterkte symbool

A

I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

weerstand symbool

A

R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

spanning symbool

A

U

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ohm symbool

A

Ω

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ohm formule

A

R=U/I

17
Q

smeltzekering

A

zit verpakt in een glazen buisje dat zal afbranden als de stroomkring te groot word

18
Q

Indien je extra verbruikers in eenzelfde circuit aansluit, komen deze dan

A

in parallel te staan

19
Q

Geef een omschrijving van het begrip elektrische weerstand

A

maat voor de hinder die een elektrische stroom in een materiaal ondervindt

20
Q

Een verliesstroomschakelaar dient om overstroom door een elektrische leiding te
voorkomen.

A

juist

21
Q

Een verliesstroomschakelaar schakelt vliegensvlug uit wanneer er stroom langsheen
de aarding wegvloeit.

A

juist

22
Q

In een zekeringskast zitten geen smeltzekeringen, deze zitten eerder als beveiliging
in elektrische toestellen.

A

juist

23
Q

waarom is gesmolten smeltzekering geen mogelijke oorzaak van overstroom in een elektrische kring

A

want als die gesmolten is vloed er helemaal geen stroom meer door jouw kring