EHBO Flashcards

1
Q

diazepam

A

= lorazepam

  • spierrelaxant
  • nuttig in ET
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

synulox

A
  • breedspectrum Ab → nt nuttig in emergency trolley
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Calciumgluconaat

A
  • IV: tegen hypocalciemie (→ sympt: koliek, spierzwakte, krampachtige spierstijfheid (tetanie), verwardheid, stuipen, hartsympt)
  • topicaal: tegen brandwonden
  • nuttig in emergency trolley (ET)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

catecholamine

A
  • w als hormoon uitgescheiden door bijnier (adrenal) bij angst of hypoglycemie (aka triggeren sympathicus → vaatvernauwing waardoor bloeddruk stijgt en hartslag verhogen)
  • (nor)adrenaline, dopamine, dobutamine
  • nuttig in ET
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

atropine

A
  • parasympathicolyticum: onderdrukt parasympathicus → bloeddruk stijgt en hartslag stijgt
  • nuttig in ET
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

sympathicolyticum

A
  • onderdrukt sympaticus: bloeddruk en hartslag dalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

methylprednisolone

A
  • corticosteroide: onderdukt immss en ontstekingsremmend

- nuttig in ET

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

adrenaline

A
  • catecholamine: stimuleert sympaticus → bloeddruk en hartslag verhogen
  • nuttig in ET
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Lignocaine

A

= lidocaine

  • locaal anestheticum
  • nuttig in ET
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

emergency trolley: waaruit bestaat het?

A

4 lades: ABCD

  1. A: airway: luchtweg vrij maken:
    - versch maten tracheotubes
    - touwtje
    - spuit om cuff op te blazen
    - glijmiddel
    - laryngoscoop
    - sponge forceps + compresjes om slijm uit mond en keel weg te halen
  2. B: breathing: beademen
    - ambubag
  3. C: circulation:
    - infuus
    - versch maten katheters
    - bistourimesje (als je vene nt meteen vindt)
    - ontsmetting
    - tape + schaar
    - scheerapparaat
  4. D: drugs:
    - spierrelaxantia
    - vaatvernauwers en stimulantia contractie hart ← cardiopulmonaire arrest
    - doseringslijst
    - kijken of medicijnen nt vervallen zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoeveel O2 bevat lucht?

A

21% zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ambubag

A
  • non-rebreathing: je duwt lucht in patient (ballon maar 1/3 induwen) → patient ademt lucht uit → je laat ambubag los → deze vult zich vanzelf terug met lucht
  • overdrukventiel aanwezig: bij kleine patienten kan je nt te hard duwen, want wat nt in lichaam patient gaat, gaat via overdrukventiel uit ballon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom bij hypovolemische shock infuus steken?

A

Vocht toevoegen om normaal bloedvol terug te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waaruit bestaat het recover initiatief aka wat zijn de richtlijnen?

A
  1. ASSESSMENT:
    - A: Airway: is de luchtweg vrij? → In mond kijken: veel slijm, obstructief voorwerp, tong naar voor trekken
    - B: Breathing: ademt dier nog? → kijken of we beweging buik/thorax zien, voelen aan thorax, hand voor neus, agonale AH?
    - duurt max 15 sec!
  2. ACTIE:
    - dier reageert nt + gn AH → sprake v cardiopulmonaire arrest
    - uitvoeren v compressie:
    → hoe: schouders boven handen, ellebogen op slot, duwen vanuit abdomen met muis vd hand, heflt thorax induwen en helemaal naar boven terug laten komen, je zit dorsaal v dier, borst induwen tot 1/3e - de helft
    → hoe lang: 2 min op ritme v Staying Alive, na 2 min afwisselen want vermoeiend
    → kat: met 1 hand rond thorax, hand helemaal proberen toe te duwen
    → hond: met twee handen vollebak
    - uitvoeren v ventilatie tegelijk:
    → vragen aan prof om, wnr ik compressies begin, dier te intuberen
    → wrm: afvoeren CO2
    → 2 manieren: mond op neus beademing en intuberen
    → geintubeerd: 1x iedere 6 sec → 10x per min
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarvoor staat het ‘recover initiatief’?

A

Richtlijnen opstellen die te volgen zijn wnr er cardiopulmonaire arrest is bij een dier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Agonale AH

A

Piepend, lucht komt eig nt in lichaam, laatste AH voor dood, is eig gn AH

17
Q

Waarom ritme Staying Alive en nt sneller?

A
  • Normale hartritme: 100-120 slagen/min (gemiddeld voor kat + hond) → dit is snelelr dan ritme Staying Alive.
  • Als je ritme Staying Alive volgt, zit je eerder tegen de minimale hartslag. Maar als je sneller compressies gaat geven, ga je thorax nt de tijd geven helemaal terug uit te zetten. Het is nodig dat de thorax helemaal terug uitzet, wnt hierdoor wordt overdruk gecreeerd waardoor bloed w aangezogen naar hart en slagvolume dus goed blijft.
18
Q

hoe werkt mond op neus beademing en wnr doe je dit?

A
  • Hoe: snuit helemaal toehouden (hand rond muil en neus) en mond hierond zetten en dan beademen 2x iedere 30 compressies (30 compr → 2x beademen → 30 compr…)
  • wnr: enkel als je helemaal alleen bent en dus gn tijd hebt en gn extra handen om te intuberen
19
Q

hoe werkt intuberen bij cardiopulmonaire arrest?

A
  • Ene voert compressies uit, terwijl intubeert andere persoon (prof)
  • ambubag: 1/3e induwen → loslaten → 1x iedere 6 sec max → hierdoor komen we aan 10 AH per min
20
Q

Geef 2 compressiemethodes

A
  1. Cardiale pomptheorie 1 en 2

2. Thoracale pomptheorie

21
Q

Leg uit: cardiale pomptheorie 1 en 2

A
  1. Wnr diepte groter is dan breedte thorax
    - windhond
    - dier in zijlig, thv hart compressies
  2. Wnr breedte groter is dan diepte thorax
    - bulldog
    - dier in ruglig, ventraal pompen
    → cardiale pomptheorie werking: ftie hart overnemen, we doen ventrikels samentrekken
22
Q

Thoracale pomptheorie

A
  • Wnr diepte = breedte thorax (gemiddelde hond zoals labrador, rottweiler, nt zo slank)
  • dier in zijlig, compressies thv hoogste punt thorax
  • werking: interthoracale druk verhogen/verlagen → onder- en bovendruk w gecreeerd → bloed w aangezogen en weggestuwd (! hart zelf contraheert dus nt zoals bij cardiale pomptheorie)