Eerste Deel: de bronnen van verbintenissen Flashcards
Wat is een vermogensrechtelijke verbintenis?
Een vermogensrechtelijke verbintenis is een rechtsband tussen 2 of meer personen, ontstaan krachtens de wet ingevolge een eenzijdige of een meerzijdige rechtshandeling. Het is een in geld waardeerbare en juridische afdwingbare aanspraken kan doen gelden.
Wat is het onderscheid tussen verbintenissen of vorderingsrechten en zakelijke rechten?
A. Intern bekeken
Bij een verbintenis krijgt een een vorderingsrecht, via dat recht kan de ene persoon een aanspraak maken op een bepaalde gedraging van de andere persoon. Een zakelijk recht vestigt een rechtsbetrekking tussen één of meerdere personen en een zaak. De titularis van een zakelijk recht verkrijgt hierdoor een zeggenschap over een zaak.
B. Extern bekeken: derdenwerking
Zakelijke rechten gelden erga omnes. Ze zijn tegenwerpelijk tegenover alle derden. Bij vorderingsrecht: het bestaan van de verbintenis kan als rechtsfeit worden tegengeworpen aan derden en kan ook door hen worden ingeroepen. Maar de interne gevolgen gelden enkel tussen de partijen. De regel van de relativiteit geldt.
Wat is het onderscheid tussen resultaats- en inspanningsverbintenissen?
A. Resultaatsverbintenis
Met een resultaatsverbintenis verbindt de schuldenaar zich ertoe om een bepaald resultaat te bereiken. Blijft hij in gebreke, dan volstaat het voor de schuldeiser om het bestaan den verbintenis en het uitblijven van het resultaat te bewijzen. De fout wordt vermoed en kan enkel worden weerlegd door een vreemde oorzaak (overmacht) die de schuldenaar moet aantonen. Dit zijn de verbintenissen om iets te geven of om iets niet te doen.
B. Inspanningsverbintenis
Met een inspanningsverbintenis verbindt de schuldenaar zich ertoe om de nodige inspanningen of middelen aan te wenden. Bij het uitblijven van een resultaat, moet de schuldeiser bewijzen dat zijn schuldenaar niet alle nodige inspanningen heeft geleverd die men van een “goede huisvader” (= bonus pater familias, een normaal voorzichtig en bedachtzaam persoon in dezelfde omstandigheden) kan verwachten. Vaak een verbintenis om iets te doen. Het onderscheid zal worden afgeleid uit het al dan niet vast of zeker karakter van het resultaat = aleatoir karakter.
Hoe dwing je een verbintenis af?
Bij verbintenissen om iets te doen of niet te doen:
- de uitvoering in natura of rechtstreekse uitvoering de voorkeur heeft, maar dit wordt beperkt door het verbod van fysieke dwang.
- gerechtelijke vervanging: artikel 1143-1144 BW: door een derde laten uitvoeren.
- Dwangsom als het een verbintenis is die intuitu personae is aangenomen. Als uitvoering in natura onmogelijk of rechtsmisbruik uitmaakt, is een uitvoering bij equivalent of schadevergoeding mogelijk.
Wat zijn de kenmerken van een vermogensrechtelijke overeenkomst? Wat is de juridische grond?
Artikel 1108 BW
- De wilsovereenstemming De wil van de partij om zich te verbinden die gericht zijn tot de persoon met wie men wil contracteren. Er is nood aan een consensus.
- De overeenkomst wordt gesloten tussen 2 of meer personen.
- De overeenkomst veronderstelt de bedoeling om rechtsgevolgen te doen ontstaan. Is de overeenkomst geldig gesloten, dan krijgt zijn krachtens de wet een verbindende kracht.
Welke soorten contracten bestaan er tussen de overheid en particulieren?
- De gewone overeenkomsten met de overheid:
hierbij treedt de overheid op zoals een particulier. Hierop is het gemeen contractenrecht van toepassing.
2. De administratieve overeenkomsten:
Hier treedt de overheid op “als overheid” met name vanuit een positie van bovengeschiktheid met het oog op het algemeen belang. Ze worden slechts in subsidiaire orde door het gemene contractenrecht beheerst. Zij laten bv toen om de overeengekomen voorwaarden eenzijdig te wijzigen of de overeenkomst eenzijdig te beëindigen.
3. De beleidsovereenkomsten
Hier bij kiest de overheid vanuit haar bovengeschikte beleidsopties en wil zij in samenwerking met een particulier dit beleid formuleren of ten uitvoer leggen. Beleidsopties zijn wezenlijk tijdelijk. Bij beleidscontracten kan de overheid zich derhalve niet contractueel binden om een bepaald beleid onveranderd aan te vragen. Ze worden door sommige als zuiver politieke niet afdwingbare akkoorden gekwalificeerd.
Wat is een beheerscontract?
Een beheerscontract is een overeenkomst die de Staat en een autonoom overheidsbedrijf op voet van gelijkheid sluiten. Het bedrijfscontract beoogt de bijzondere regels en voorwaarden waaronder het bedrijf zijn taken van openbare dienst vervult die het door de wet zijn toevertrouwd. Ze zijn niet volledig onderworpen aan het gemeen contractenrecht: zo is bv. artikel 1184 BW uitgesloten en het kan evenmin een uitdrukkelijk ontbindend beding bevatten.
Wat zijn de soorten vermogensrechtelijke overeenkomsten?
- Consensuele contracten zijn contracten die totstandkomen door de loutere toestemming van de partijen, zonder formaliteiten. Bijvoorbeeld: bij een species gaat eigendom solo consensu over. (artikel 1138 BW).
2. Zakelijke overeenkomsten = Deze komen naast de consensus pas tot stand wanneer ook het voorwerp van het contract wordt overhandigd. Dit is bij: bruikleen (artikel 1875 BW), bewaargeving (art. 1919 BW) en handgift en Pandwet (art. 2071 BW).
3. Plechtige contracten = de geldigheid is onderworpen aan bepaalde vormvereisten. Bv. de schenking (art. 931 BW) en de hypotheekstelling (art. 76 Hypotheekwet) en subrogatie of indeplaatsstelling op initiatief van de schuldenaar (art. 1250 BW), kosteloze borgtocht (artikel 2043quinquies).
Wat is het verschil tussen eenzijdige en wederkerige overeenkomsten? ook rechtsgrond
Een overeenkomst is eenzijdig wanneer alleen ten laste van 1 partij verbintenissen ontstaan (artikel 1103 BW) Een overeenkomst is wederkerig wanneer de contractanten zich over en weer jegens elkaar verbinden (artikel 1102 BW). De verbintenissen die hieruit voortvloeien zijn niet alleen wederzijds maar ook samenhangend, in de zin dat de ene verbintenis wordt aangegaan om de andere.
Verschillen
(1) Bij wederkerige overeenkomsten ligt de objectieve oorzaak van de verbintenis van de ene partij in de verbintenis van de wederpartij (quid pro quo.
(2) Risicoregeling: bij eenzijdige overeenkomsten is de schuldenaar bevrijdt en draagt de schuldeiser het risico bij overmacht. Bij wederkerige overeenkomsten is de schuldenaar ook bevrijd maar moet de schuldeiser niet presteren zodat het uiteindelijke risico bij de schuldenaar ligt.
(3) Bij wanprestatie in een wederkerige OK beschikt de benadeelde over een ontbindingsrecht (art. 1184 BW) en over de ENAC.
(4) Het bewijs is onderworpen aan andere regels.
Wat is het verschil tussen overeenkomsten om niet en onder bezwarende titel?
De overeenkomst is onder bezwarende titel wanneer zij voor beide partijen een economisch voordeel oplevert. zie artikel 1106 BW. Een contract zal daarentegen uit vrijgevigheid of om niet zijn wanneer een partij aan de andere geheel om niet zijn wanneer een partij aan de andere geheel om niet een voordeel verschaft (art. 1105 BW). Aan 1 partij komt geen voordeel toe. Bv. schenking en bruikleen. Hiervoor is een animus donandi of de bedoeling om iemand te begunstigen nodig.
Wat is het verschil tussen vergeldende en kanscontracten? En waarom is het verschil belangrijk?
A. Vergeldend contract
In een vergeldend contract verbindt elke partij zich ertoe iets te geven of te doen en die prestaties zijn bij bij de contractsluiting gekend en worden door de partijen als gelijkwaardig beschouwd. (art. 1104 BW)
B. Kanscontract
In een kanscontract kan die gelijkwaardigheid tussen prestaties niet bij de aanvang ingeschat worden (ook hier gaat het om een contract one bezwarende titel. Een van de prestaties kan niet bij aanvang ingeschat worden omdat ze afhangt van een alea, een kans van winst of verlies. Dit onderscheid is voornamelijk van belang inzake benadeling. Een kanscontract kan in beginsel niet vernietigd worden wegens benadeling.
Wat is een overeenkomst intuitu personae?
Deze contracten worden gesloten omwille van de persoon van de wederpartij of persoonlijke kwaliteiten. Dit volgt uit de bedoeling van de partijen. Voor deze contracten gelden bijzondere regels: bv. er komt een einde aan de OK bij het overlijden en ze zijn niet overdraagbaar naar een derde.
Wat zijn benoemde, onbenoemde en gemengde overeenkomsten? Hoe beslissen we het onderscheid?
A. Benoemde overeenkomsten
Overeenkomsten die een regeling in het BW hebben gekregen zijn benoemde contracten waarop de bijzondere wettelijke regeling van toepassing is.
B. Onbenoemde overeenkomsten
Hebben zij geen regeling in BW, dan zijn het onbenoemde overeenkomsten. Het algemeen verbintenissenrecht is van toepassing.
C. Gemengde Contracten
Contracten die elementen van beide bevatten noemen we gemengde contracten. Wat als het gemengd is? 3 opties
(1) Geregeld zoals onbenoemd –> gemeen verbintenissenrecht is van toepassing.
(2) Cumulatietheorie: de verschillende componenten worden apart geregeld. (3) Absorptietheorie: 1 deel overheerst –> die regeling wordt toegepast.
Hoe kunnen we overeenkomsten indelen volgens hun termijn/duur?
A. Aflopend contract
Een dadelijk of aflopend contract behelst een of meerdere eenmalige prestaties die ineens worden ingevoerd zoals een koopcontract.
B. Een duurcontract
Een duurcontract is de uitvoering van de opeenvolgende of de doorlopende prestaties gespreid in de tijd zoals het huurcontract.
C. Contracten met bepaalde of onbepaalde duur
Er zijn ook contracten van bepaalde en van onbepaalde duur. Die van onbepaalde duur hebben een mogelijkheid om het contract eenzijdig op te zeggen terwijl dit bij bepaalde duur mogelijk is in het geval van een uitdrukkelijk opzegbeding of van een wettelijke opzegmogelijkheid.
Wat houden hoofdcontracten en bijkomende contracten?
A. Hoofdcontract
Een hoofdcontract staat op zichzelf: het staat los van elk ander contract en wordt zo ook uitgevoerd.
B. Bijkomend contract
Een bijkomend contract is een contract waarvan het bestaan en de nakoming afhankelijk is van een andere overeenkomst. Als de hoofdovereenkomst ongeldig is, dan vervalt de bijkomende overeenkomst (accessorium sequitur principale).
Wat is een kadercontract en voorovereenkomst?
A. Raamovereenkomst
Een raamovereenkomst is een overeenkomst waarbij de contractpartijen het algemene kader vaststellen waarbinnen zij latere overeenkomsten zullen sluiten.
B. Voorovereenkomst
Een voorovereenkomst: alle wezenlijke bestanddelen van het definitieve contract zijn vastgelegd of voldoende bepaalbaar maar ontbreekt nog de toestemming van een partij. bv. contractbelofte.
Wat zijn onderhandelde contracten?
De onderhandelde contracten waarbij de voorwaarden zijn onderhandeld.
Wat zijn toetredingscontracten?
De term toetredingscontract duidt op een overeenkomst, gesloten tussen 2 partijgen, waarbij de ene geen zeggenschap heeft over de inhoud van de overeenkomst die in feite eenzijdig wordt vastgesteld door een ander partij. Hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van standaardvoorwaarden of standaardbedingen voor. Dit zijn voorgedrukte clausules of bedingen door 1 der partijen bij voorbaat worden opgesteld. Soms komt misbruik voor wanneer ze het gemeenrecht uithollen of uitschakelen. bv. exoneratieclausules.
Wat houdt het onderscheid tussen handelscontracten en contracten met een consument in?
Zie artikel 1107, lid 2 BW. Contracten met een consument worden beschermd door verschillende beschermingsmaatregelen. Vooral de lijst met onrechtmatige bedingen zijn belangrijk: zie VI 82 WER.
Wat houdt wilsautonomie in?
Het woord wilsautonomie verwijst in het recht naar de opvatting dat elk individu de bevoegdheid heeft om zijn eigen rechtspositie te bepalen onder meer door vrij overeenkomsten aan te gaan. Het betekent dat elke burger vrij beslist om al dan niet te contracteren. Wilsautonomie houdt 3 klassieke facetten in:
- De contractvrijheid
- De verbindende kracht van de overeenkomst
- Consensualisme.
Wat houdt contractvrijheid in?
Contractvrijheid betekent vooreerst dat men vrij is om rechtsbetrekkingen aan te gaan, in het bijzonder om al dan niet te contracteren. Het houdt ook in om zijn medecontractant te kiezen, ook mogen ze vrij de inhoud van hun overeenkomst mogen regelen. De wettelijke regels zijn immers slechts van suppletief recht.
Wat is het onderscheid tussen absolute en relatieve nietigheid?
Absolute en relatieve nietigheid vormen eenzelfde sanctie met dezelfde retroactieve gevolgen. Het onderscheid heeft te maken met de aard van de overtreden rechtsregel, meer bepaald met het belang dat door de rechtsregel wordt beschermd.
(1) Absolute nietigheid kan door alle belanghebbenden en ook door de rechter ambtshalve worden opgeroepen. Relatieve nietigheid mag enkel door de beschermde partij worden ingeroepen.
(2) De absolute nietigheid kan in elke stand van het geding worden ingeroepen, terwijl de relatieve nietigheid enkel in limine litis nuttig kan aangevoerd worden. Dit betekent dat de relatieve nietigheid van de overeenkomst moet inroepen voor elk ander verweer ten gronde.
(3) Je kan geen afstand nemen van een regel die de openbare orde aangaat en je kan er ook niet van afwijken. Afstand van een recht van dwingend recht wordt mogelijk nadat het geschil is ontstaan. Dit moet echter gedaan worden met kennis van zaken.
(4) In samenhang met het voorgaande, is bevestiging van een rechtshandeling die tot stand kwam met miskenning van een regel van openbare orde, uit den boze. Het is wel steeds mogelijk om een overeenkomst te bevestigen die in strijd is met het dwingend recht. Maar dit moet steeds plaatsgrijpen nadat de overeenkomst is ontstaan en de persoon die bevestig kennis heeft gekregen van het gebrek dat de overeenkomst aantast.
Wat houdt de bindende kracht in?
Zie artikel 1134, lid 1. Dit beginsel biedt elke contractant rechtszekerheid. Partijen kunnen zich niet eenzijdig aan het contract onttrekken en kunnen het niet eenzijdig wijzigen, tenzij wettelijke uitzonderingen. Ook de rechter mag zich niet inmengen in de contractuele verhoudingen. (uitzondering hiervan: artikel 1244, lid 2 BW).
Wat houdt het consensualisme in?
In de regel komt een overeenkomst tot stand “solo consensu” tot stand door de loutere wilsovereenstemming van de partijen om een contract te doen ontstaan. Voor het bewijs (art. 1341 BW) is een akte handig. De akte (het instrumentum) is evenwel niet vereist voor de geldigheid van het contract (het negotium). Bij zakelijke contracten, is ook de overhandiging van de zaak vereist.
Hoe moeten we het contract interpreteren volgens het BW?
Uitgangspunt: artikel 1156 BW om de gemeenschappelijke bedoeling van de contractpartijen te achterhalen. De interpretatieregels staan in art. 1156-1164 BW.
Wat is het generiek criterium van rechtsmisbruik?
Rechtsmisbruik wordt gepleegd door de titularis van een recht die dat uitoefent: “op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening van dat recht door een voorzichtig en bezorgd persoon. De rechter moet zich echter wel terughoudend opstellen adhv een marginale toetsing: dit is enkel van toepassing als: “geen enkele titularis van eenzelfde recht, geplaatst in dezelfde omstandigheden die uitoefeningswijze zou gekozen hebben.”
Wat zijn de bijzondere criteria van rechtsmisbruik? Wat is de sanctie?
(1) Exclusief oogmerk om te schaden: Volgt uit arrest van hof van beroep van Colmar van 1855.
(2) Handelen zonder redelijk en voldoende belang
(3) Tussen verschillende wijzen om zijn recht uit te oefenen met hetzelfde nut, die uitoefening verkiezen die voor een ander schadelijk is of welke het algemeen belang schaadt.
(4) Het proportionaliteitscriterium: volgt uit het cassatiearrest van 10 september 1971. Dit betekent dat er een wanverhouding bestaat tussen het voordeel dat die rechtsuitoefening hem biedt of beoogt te bieden en het enorme nadeel dat daarmee aan een ander wordt berokkend.
Sanctie: matiging door de rechter: partijen zo goed mogelijk herstellen in de toestand die zou zijn ontstaan indien de overeenkomst zonder rechtsmisbruik zou zijn uitgevoerd.