economie H11 V5 Flashcards

1
Q

risicoaversgedrag

A

als mensen kiezen voor zekerheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verzekering

A

overeenkomst tussen verzekerde, waarbij de vezekerde de financiele gevolgen van een risico probeert af te dekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

solidariteit

A

schade word vergoed uit premies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

polis

A

bewijs van een verzekeringsovereenkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

eigen risico

A

schadebedrag dat voor de rekening van de verzekerde komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

asymmetrische informatie

A

situatie waarin de kennis over het verhandelde product ongelijk verdeeld is over de marktpartijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

averechtse selectie

A

averechtse selectie is het verschijnsel dat de slechte risicos de goede risicos van de markt verdrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

premiedifferentatie

A

gaat ten koste van de solidariteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

moreel risico/ moral hazard

A

de toename van het risico voor de verzekeringsmaatschappij omdat de verzekerden zich bloot stellen aan extra risicos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

aansprakelijkheidsverzekering

A

dekt schade aan personen of zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wam

A

voor bezitters van motorrijtuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wa

A

wettelijke aansprakelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cascoverzekering

A

vergoed schade aan eigen auto

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

opstalverzekering

A

schade aan woning, schuur en garage door brand, water en storm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

inboedelverzekering

A

diefstal op meubels en sieraden, water en brand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

reisverzekering

A

bagage en persoonlijke schade

17
Q

annuleringsverzekering

A

als je annuleert

18
Q

zorgverzekeringswet

A

verplicht iedereen een basisverzekering af te sluiten

19
Q

sociale zekerheid

A

omvat alle wettelijke regelingen die voorzien in de gevolgen van inkomensderving en bijzondere financiele lasten

20
Q

werknemersverzekeringen

A

betaald door werkgevers en werknemers

21
Q

solidariteit

A

de mate waarin risicos worden gedeeld met andere

22
Q

participatiewet

A

een uitkering wanneer je niet je eigen levensonderhoud kunt voorzien

23
Q

aow

A

basispensioen voor die die de ´aow-leeftijd´ hebben bereikt

24
Q

algemene nabestaande wet

A

uitkering voor nabestaande en wezen

25
Q

algemene kinderbijslag wet

A

een financiele tegemoetkoming voor mensen die kinderen opvoeden en verzorgen

26
Q

wet langdurige zorg

A

kosten voor de zorg voor mensen die langdurig intensieve zorg nodig hebben

27
Q

werkeloosheidswet

A

verzekering tegen de financiele gevolgen van werkeloosheid

28
Q

wia

A

voor arbeitsongeschikte

29
Q

waardevast

A

een inkomen/uitkering neemt jaarlijks evenveel toe als het gemiddeld prijspeil

30
Q

welvaartsvast

A

een inkomen/uitkering stijgt even snel als het gemiddelde loon in het bedrijfsleven