Ecologie en Milieu Flashcards
Symbiose
Langdurig samenleven van individuen van verschillende soorten
Mutualisme
Vorm symbiose. Gastheer voordel, gast voordeel
Commenalisme
Vorm symbiose, gastheer geen voor- of nadeel, gast voordeel
Parasitsme
Vorm symbiose. Gastheer nadeel, gast voordeel
Trofisch niveau
Producent. Consument 1e orde, consument 2e orde
Energiestroom door ecosystem
Niet alles blijft behouden. Gaat verloren door dissimilatie, uitwerpselen of afgestorven weefsel
Primaire succesie
Bij een pioniersysteem. Wanneer de grond bestaat uit hummus en er duinen/rotsen zijn
Secundaire succesie
Ook bij een pionier eco systeem maar dan wanneer de ondergrond gunstig is maar het land daarop verwaarloosd was
Climax ecosysteem
Veel biodiversiteit, veel biomassa, ingewikkeld voedselweb, gesloten kringloop, stabiele abiotische factoren, meer gelaagdheid
Pionier ecosysteem
Geen gelaagdheid, geen biodiversiteit, geen stabiele abiotsische factoren, open kringloop, organismen met hoge tolerantie, weinig soorten maar wel met veel aantallen
Producent
Autotroof
Consument
Heterotroof
Abiotische factoren
Invloed levenloos. Licht, temperatuur, stroomsnelheid, hoeveelheid zuurstof, troebelheid water, neerslag
Biotische factoren
Organismen in een levensgemeenschap en de invloed van hun bestaan. Voedselaanbod, predatie
Succesie
Soortsamenstelling verandert zodat het ecosysteem geleidelijk overgaat in een ander systeem (biodiversiteit verandert dan ook)