Dutch les 1,4,9 andere richting Flashcards

1
Q

verschillende

A

divers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

uitdrukkelijk, letterlijk zo gezegd, nadrukkelijk

A

expliciet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

doelgericht, doeltreffend

A

efficiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

een verschijnsel, een tendens, een verloop

A

een trend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het onderdeel, een kant van de zaak

A

een aspect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

een klein onderdeel van iets

A

een detail

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een uitspraak

A

een citaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

aanduiden

A

markeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een andere mogelijkheid, andere keuze

A

een alternatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

winderig zijn

A

flatuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

overgeven

A

vomeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stelen

A

ontvreemden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly