Dutch H 4 Flashcards
LIEVEHEERSBEESTJE
zo lang als men zich kan herinneren
(traditionally)
OUDSHER
- van oudshe__r heeft op deze plek een cafe gestaan
de kracht waarmee je mensen pijn doet
(violence)
HET GEWELD
- bij de inbraak is geen geweld gebruikt
langzaam en licht naar beneden vallen
(whirl-wirować)
DWARRELEN
(DWARRELDE, HEEFT/IS GEDWARRELD)
- het was herfst en de bladeren dwarrelden van de bomen
stelen (informeel)
(to steal)
JATTEN
(JATTE, HEEFT GEJAT)
- ze was heel erg boos toen haar fiets was gejat
- Let goed op je spullen want ik deze discotheek wordt veel gejat. Vorige week ben ik mijn jas hier kwijtgeraakt
een papier waarop staat dat je geld moet betalen omdat je een fout hebt gemaakt in het verkeer = de bon
(fine, penalty, ticket)
DE BEKEURING
- Deze man krijgt een bekeuring van de politie- agent omdat hij te hard gereden heeft.
- erkennen dat je een strijd hebt verloren = capituleren
- eten via de mond naar buiten laten gaan, vooral als je ziek bent = kotsen
(to give up, to surrender, throw up)
ZICH OVERGEVEN
(GAF ZICH OVER, HEEFT ZICH OVERGEGEVEN
- Deze inbreker heeft zich na een lange achtervolging overgegeven aan de politie
- na een lange strijd gaven de soldaten zich over. Het werlies was dudelijk
- na het bezoek aan het restaurant moest ik thuis overgeven.
een vervelend gevoel over jezelf hebben als je iets raars of iets verkeerds hebt gedaan of hebt
(to be ashamed, to be embarrassed)
ZICH SCHAMEN VOOR IETS
(SCHAAMDE ZICH, HEEFT ZICH GESCHAAMD)
- Wouter schaamt zich voor zijn grote oren. Daarom kijkt hij niet in de camera.
- Ik schaam me dood want ze hoorde dat ik over haar roddelde
iemand die ………… is aan iets, heeft de verantwoordelijkheid voor een fout
(guilty)
SCHULDIG
- Rijke landen zijn schuldig aan klimaatverandering.
- De rechter besliste dat Edgar W. schuldig was aan moord.
- als je als automobilist een fietser aanrijdt, ben je in principe altijd schuldig, bijvoorbeeld ook als die fietser zonder licht ridt, of op de verkeerdeweghelft
- Hoeveel ben ik je schuldig voor de koffie? Hoeveel geld krijg je van me? (=moet je iemand nog geld betalen)
iets dat van iemand anders is in het geheim meenemen = pikken, jatten
(to steal)
STELEN
(STAL, HEEFT GESTOLEN)
- Mijn scooter is gestolen tussen half acht en half tien. Toen ik na mijn werk buitenkwam, was hij weg.
menen dat iemand schuld heeft aan iets
(suspect)
VERDENKEN
(VERDACHT, HEEFT VERDACHT)
- Ik verdenk de nieuwe buren ervan dat ze hun vuil in onze KLIKO gooien!
- Ik verdenk die fietsenmaker ervan dat hij de banden expres niet goed plakt, zodat na een week weer een lekke band hebt.
- woorden zeggen waarin de naam van God voorkomt als je boos bent
- niet goed bij elkaar passen (kleuren)
(to curse, to swear), to clash
VLOEKEN
(VLOEKTE, HEEFT GEVLOEKT)
- Hij begon meteen te vloeken toen hij zag dat zijn fiets weg was.
- Toen Agnes merkte dat ze de trein had gemist, vloekte ze
- Dit roze jasje vloekt met je oranje trui.
vluchten, wegrennen nadat je iets (fouts) gedaan hebt
(to run away)
HET OP EEN LOPEN ZETTEN
(ZETTE, HEEFT GEZET)
- De dief zette het op een lopen.
- Toen de inbreker merkte dat er iemand thuis was, rende hij de straat op en zette het op een lopen.
- een boot met een peddel voortbewegen;
- informeel voor fietsen
(to paddle, to cycle)
PEDDELEN
(PEDDELDE, HEEFT GEPEDELD)
- We hadden de wind in de rug en zo peddelen we rustig richting Lelystad. Op die manier is fietsen aangenaam.
boos of verdrietig zijn
( to be in a bad mood)
(ER) DE PEST IN HEBBEN
- Tanja had de pest in. Haar fiets was voor de derde keer gestolen.
- Mijn broer heeft de pest in want zijn baas wil zij cotract niet verlengen
count down
NEERTELLEN
iets waarvan je last hebt
(discomfort, inconvenience)
HET ONGEMAK
- de touristen klaagden over de ongemakken tijdensnde reis
heel erg vervelend vinden
(to be fed up with , to be sick of)
BALEN
(BAALDE, HEEFT GEBAALD)
- zij baalt van alle kritiek die ze krijgt
- Mischa had er de balen van dat hij altijd moest oppassen op zijn zusje
zorgen voor iemand of iets
(ulitować się, take care)
ZICH ONTFERMEN OVER
(ONTFERMDE ZICH OVER, HEEFT ZICH ONTFERMD OVER)
- ze politie ontfermde zich na het ongeluk over de kinderen
iemand die …….. is, reageert praktish en rustig
iemand die ………. is, heeft niets gegeten en gedronken, vooral geen alcohol
NUCHTER
- voor een operatie moet je nuchter zijn
- beginnen te spreken tegen iemand
- gaan gebruiken
- zo zijn dat het leuk, prettig of mooi gevonden wordt
(address, speak, please)
AANSPREKEN
- de buurvrouw sprak mij even aan
- in geval van nood kan Nederland een grote voorraad gas aanspreken
- de nieuwe cd al jongeren wel aanspreken
iemand die ….. is , is langzaam en een beetje moe
(powolny)
SLOOM
- doordat het warm was, was iedereen een beetje sloom