Door elkaar take home messages Flashcards
neutrofilie
verhoogd aantal neutrofiele granulocyten in het bloed. Vaak is dit een reactie op infecties, te veel aanmaak in het BM of door corticosteroïden.
neutropenie
een verlaagd neutrofiele granulocyten gehalte in het bloed. vaak door aandoeningen van het BM, destructie door macrofagen of medicatie of infecties. door een verlaagd gehalte is er ook meer kans op bacteriële infecties
linksverschuiving
het verschijnen van immature voorlopens
MPN
myeloproliferatie neoplasmie: overproductie van 1 soort witte bloedcel (granulocyten, leukocyten of megakaryocyten). de kwaliteit van de cellen is wel lager
CML ziektebeeld en diagnose
chronische myeloïde leukemie: overproductie van witte bloedcellen dat leidt tot kanker. door translocatie van chromosoom 9/22
MDS ziektebeeld en diagnose
myelodysplasieën neoplasie: abnormale rijping, abnormale vorm en functie van witte bloedcellen diagnose: mutatie analyse
Lymfocytose
klierkoorts, te veel aan lymfocyten. vaak door virussen (EBV). vergote lymfeklieren, vergrote milt en lever
ALL – ziektebeeld en diagnose
Acute lymfatische leukemie. te veel aan lymfoblasten (vaak B). beenmerg onderzoek
AML – ziektebeeld en diagnose
te veel aan myeloblasten. bloedonderzoek, 20% myeloblasten? en kijken naar onderdrukkingen andere BC’s
CLL – ziektebeeld en diagnose
chronische lymfatische leukemie: afwijkingen mature B lymfocyten. microscopisch onderzoek, immuunfenotypering
Metabolisme van de rode bloed cel
3 pathways:
HMP shunt –> NADPH (voorkomen oxidatieve stress)
anaërobe glycolyse –> APT (energie)
Luebering-Rapoport shunt –> 2,3 BPG –> regelt zuurstofafgifte
Structuur en functie van hemoglobine
4 globines met 4 heem’s erin. heem is een porfyrinering met een ijzeratoomerin. transport van zuurstof en koolstofdioxide naar en van de weefsels
pathologie gestoorde globine synthese
alfa-thalassemie: defficiëntie synthese alfa-ketens van Hb door deletie van alfa-globine gen
beta-thalassemie: defficiëntie in synthese beta-ketens Hb door puntmutaties
sikkelcelanemie: puntmutatie in beta-globine gen zorgt voor de sikkelcelvorm van de RBC. ze zijn minder vervormbaar en klitten samen (klonters)
pathologie gestoorde heemsynthese
porfyrie: deficiëntie van een enzyme betrokken bij de heemsynthese. opstapeling porfyrine en voorlopers in het bloed (toxic)
Ijzercyclus
ijzer wordt via transportine in het bloed getransporteerd. op het endotheel van de darmen wordt Fe3+ omgezet in Fe2+ (beter oplosbaar) door ferroreductase. in de darmcel gaan ze ofwel binden aan ferritine en naar de lever, over de cel verlaten en in het bloed binden aan ferroportine.
hepcidine is een eiwit dat bindt aan ferroportine en het afbreekt en hierdoor het Fe2+ gehalte in het bloed verlaagd
Factoren die invloed hebben op zuurstofaffiniteit (binding van zuurstof aan hemoglobine)
2,3-BPG regelt de affiniteit van zuurstof met Hb. meer BGP, minder affiniteit met zuurstof, meer zuurstof afstaan aan weefsels.
CO kan ook binden aan Hb en heeft zelfs een hogere affiniteit dan zuurstof met Hb en kan zuurstof dus verdringen
Definitie van anemie en betrokken laboratoriumparameters
reductie in het aantal RBC, de hoeveelheid hb, of de massa RBC’s (hematocriet)
diagnostiek: Complete bloodcount, MCV (mean corpescular colume) en aanwezigheid reticulocyten
Voornaamste oorzaken van anemie
gestoorde aanmaak –> BM falen of te kort aan productiefactoren
verhoogde afbraak of bloedverlies
Betekenis en gebruik van MCV in de oppuntstelling van anemie
Mean corpescular volume= gemiddelde volume rode bloedcellen.
microcytaire anemie (MCV<80 fl) –> wijst op ijzergebrek of thalassemie
normocytaire anemie (80-100 fl) –> verstoorde hematopoëse of hemolytische anemie
macrocytaire anemie (>100 fl) –> wijst op vit B12/foliumzuur deficiëntie
Ferriprieve anemie – oorzaak en diagnose
oorzaken: verhoogde bloedverlies, verhoogde behoefte, gestoorde opname in de darm, deficiëntie voeding
diagnose: verlaagde Hb, RBC, MCV en Hct
biochemisch onderzoek: minder serumeiwit, minder ferritine. meer transferrine maar minder transferrine saturatie
Megaloblastische anemie – rijpingsdissociatie – rol van foliumzuur en vitamine B12
rijpingsdissociatie= door deficiëntie in DNA synthese groeien de kern en de cytoplasma afzonderlijk door elkaar
rol van foliumzuur en vitamine B12: het omzetten van 5-methyl-THF in THF, een belangrijke metaboliet voor de synthese van purines (DNA synthese)
Pernicieuze anemie
anemie dat ontstaat door de afwezigheid van de intrinsieke factor die ervoor zorgt dat Vit B12 in de darm wordt opgenomen. deze afwezigheid komt door auto-antilichamen tegen deze factor.
Intravasculaire/extravasculaire hemolyse – betekenis - oorzaken en labodiagnostiek
intra: door haptoglobine verzadiging wordt de vrije Hb gelyseerd en gefilterd door de nier en uit de circulatie gehaald
extra: hemolyse door de macrofagen van de milt en lever
Secundaire erytrocytose: oorzaken
te veel rode bloedcellen door externe factoren vb te veel EPO
Polycythemia vera
primaire erythrocytose, door mutatie van het tyrosine kinase JAK2 gen (bindt op receptoren van groeifactoren)
Kanker is een ziekte van het genoom
genetische afwijking
Belang van genetisch onderzoek in (hemato)-oncologische diagnostiek
want niet elke mutatie geeft kanker, pas wanneer een tumor surpressor en active oncogen is aangetast
Oncogen versus tumor suppressor gen
oncogenen : wanneer actief stimuleert dit de tumorgroei
tumor suppressor gen: wanneer actief inhiberen die de tumorgroei
Basisprincipe van variant classificatie
pathogeen of beninge?
Basisprincipe immunologische therapie: rol van TMB
TMB: tumor mutational burden, geeft hoeveelheid mutaties weer. hoe hoger de TMB, hoe beter het immuunsysteem hierop kan reageren
Basisprincipe en belang van liquid biopsy
detecteerbare circulerende DNA fragmenten, de mutaties kunnen hierdoor beter gezien worden ‘snapshot’
Kennis van belangrijkste tumormerkers en hun rol bij opvolgen van neoplastische ziekte
Carcino-embryonaal antigen (CEA) –> colorectaal carcinoom
Cancer’ antigen CA15-3 –> mammacarcinoom
Prostaat specifiek antigen (PSA) –> prostaat kanker
Carbohydrate’ antigen CA19-9 –> pancreas carcinoom
Cancer’ antigen CA125 –> ovarium carcinoom
Humaan chorion gonadotropine (hCG) en α1-foetoproteïne (AFP) –> kiemceltumoren van de testis
‘Thyreoglobuline’ (Tg) en calcitonine –> schildkliercellen
Beperkingen van tumormerkers
de meeste zijn niet gevoelig genoeg