Direcctions 1 Flashcards
Mag ik u iets vragen?
Can I make you some questions?
Mag ik wat vragen
Can I make some questions?
Weet u de wag naar de ziekenhuis?
Do you know the way to the hospital?
Kunnen jullie me de weg wijzen naar de apotheek?
Could you show me the way to the pharmacy?
Hij wijst me naar het station
He points me to the station
Weet u waar de bibliotheek is?
Do you know where is the library?
Weten jullie waar de slijterij is?
Do you know where is the liquor store?
Is hier een bioscoop in de buurt?
Is there a cinema in the neighborhood?
Hoe kom ik bij de vvv?
How can I come to the vvv?
Is hun huis dichtbij or ver weg?
Is their house close by or far away?
Is zijn huis var weg?
Is his house far away?
Is de guldenstraat dichtbij?
Is the guldenstraat close by?
Sorry, dat weet ik niet
Sorry, I don’t know it
Sorry, die straat ken ik niet
Sorry, dat straat I don’t know it
Ik ben hier niet bekend
I do not know here