Diabetes Mellitus Flashcards

1
Q

Bij wie komt hypo unawareness vaker voor?

A
  • Bij ouderen
  • Bij Patienten met frequente hypoglykemische episodes
  • Bij patienten met diabetische autonome neuropathie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de belangrijkste indicatie voor een insulinepomp?

A

Hypo unawareness bij de patient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de stappen in shared decision making?

A
  1. Team talk: uitleg behoefte
  2. Option talk: alternatieven
  3. Decision talk: persoonlijke voorkeuren
  4. Decision
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de stappen in motivational interviewing?

A
  1. Engaging: relatie bouwen
  2. Focusing: richting naar verandering
  3. Evoking: eigen motivatie uitlokken
  4. Planning: concreet plan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn indicaties voor bariatrische chirurgie?

A
  • BMI > 40 of BMI > 35 met obesitas comorbiditeit.
  • Eerder geslaagde dieetpoging, voldoende inzicht, motivatie
  • 18 - 65 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke van onderstaande factoren geven verhoogd risico op complicatie naar bariatrie?
vrouw, man, oud, jong, hoog BMI, laag BMI, roken

A

Man, oud, hoog BMI, roken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn complicaties na bariatrie?

A
  • Naadlekkage, infectie, bloeding, embolie

- Naad ulcera, naadstenose, cholelithiasis, regain gewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 4 vormen van bariatrische chirurgie zijn er?

A
  1. Gastric Bypass (RYGB)
  2. Sleeve
  3. Mini gastric bypass (OAGB)
  4. Maagband
    (5. duodenal switch)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een bekende complicatie van een gastric bypass?

A

Dumping syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer blijf je beter op gewicht, met een gastric bypass of met een sleeve?

A

Met een gastric bypass

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is vroege dumping?

A

Sympathische reactie snel na maaltijd door reactie op teveel of te snel aanbod van voedingsstoffen aan jejenum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is late dumping?

A

Hypoglykemie paar uur na maaltijd door verhoogde GLP-1 respons waardoor meer insuline afgifte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Blijft de pylorus wel of niet bestaan bij een sleeve?

A

Wel bestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke bariatrie zou je uitvoeren bij een jonge vrouw met kinderwens?

A

Sleeve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke bariatrische ingreep heeft meeste effect op remissie van DM?

A

Gastric Bypass

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verschil tussen roux-en-y gastric bypass en de mini gastric bypass?

A

Bij mini wordt side-to-side anastomose aangelegd zonder openmaken van de darm, w at wel gebeurt bij RYGB.

17
Q

Wat is indicatie voor mini GB?

A
  • Na falen sleeve

- Bij BMI > 50

18
Q

Wat zijn complicaties van een maagband?

A
  • Band verschuiving (aspiratie pneumonie)
  • Pouch dilatatie
  • Band erosie, infectie, kantelen
19
Q

Bij welke bariatrische ingreep is het meeste gewichtsverlies?

A

Duodenal switch

20
Q

Wat zijn de microvasculaire complicaties van DM?

A

Retinopathie 35%
Nefropathie 30%
Neuropathie

21
Q

Wat zijn behandelopties bij DM II?

A
  1. Metformine
  2. Voeg SU-derivaat toe
  3. Voeg langwerkend insuline toe of DPP-4-remmer of GLP-1-receptoragonist
  4. Intensiveer insuline
22
Q

Wat is het nadeel van SU-derivaten?

A

Hypoglykemie en gewichtstoename

23
Q

Wat is klinisch beeld van preklinische fase van diabetische retinopathie?

A
  • Verdikking basaalmembraan retinavaten
  • Apoptose pericyten en endotheelcellen
  • Diffuus verhoogde vaatpermeabiliteit
  • Neurodegeneratie
24
Q

Wat zijn risicofactoren voor ontwikkelen DRP?

A
  • DM > 10 jaar
  • Hyperglykemie
  • Hypertensie
  • Hyperlipidemie
  • Puberteit
  • Zwangerschap
25
Q

Wat zijn kenmerken van non-proliferatie DRP?

A
  • Bloedingen
  • Micro-aneurysmata
  • Capillaire non-perfussie
  • Cotton wool spots
  • Vaatlekkage
  • Harde exsudaten
  • Macula oedeem!!!
26
Q

Wat zijn kenmerken van proliferatieve DRP?

A
  • Neovascularisatie
  • Capillaire non-perfusie
  • Glasvochtbloedingen
  • Netvliesloslatingen!!!
27
Q

Wat is de voornaamste behandeling van macula oedeem?

A

VEGF remmers

28
Q

Wat is de voornaamste behandeling van netvliesloslating?

A

Panretinale laser

29
Q

Wat zijn de drie mechanismen achter ontstaan diabetische voet?

A
  1. Vaatschade: micro antipathie en perifeer arterieel vaatlijden
  2. Zenuwschade: motorisch, sensorisch en autonoom
  3. Limited joint mobility
30
Q

5 hoekstenen van preventie diabetische voet:

A
  1. Identificatie voet at risk
  2. Regelmatige inspectie
  3. Educatie patient, familie, zorgverlener
  4. Dragen adequaat schoeisel
  5. Behandeling pre-ulceratieve symptomen
31
Q

Wat zijn de 7 basisprincipes van behandeling diabetisch ulcus:

A
  1. Metabole controle en behandeling comorbiditeit
  2. Lokale wondzorg
  3. Ontlasting druk en bescherming
  4. Vascularisatie optimaliseren
  5. Behandeling infectie
  6. Educatie
  7. Preventie recidief
32
Q

1e generatie =

A

Zelf EN minstens 1 ouder in buitenland geboren.

33
Q

2e generatie =

A

Zelf in NL en 1 van ouders in buitenland geboren.

34
Q

Wie heeft grootste risico op DM van hoog naar laag:

  • Turkse vrouw
  • NL vrouw
  • Marokkaanse man
  • Surinaamse vrouw
A

SU vrouw - Mar man - Turkse vrouw - NL vrouw

35
Q

Hoeveel procent van DM patiënten ervaart emotionele disstress?

A

20-40% bij volwassenen, 30-40% bij adolescenten

36
Q

Welke 3 copingsstrategieen bestaan er?

A
  1. Probleem gericht
  2. Emotie gericht
  3. Proactief
37
Q

Hoe veel groter risico op depressie bij DM?

A

2.5 x zo groot risico

38
Q

Welke 3 verklaringen waarom depressie vaker bij DM?

A
  1. Common soil
  2. Depressie vooraf DM
  3. Depressie na DM