Dehydratie Flashcards
1
Q
Waardoor kan dehydratie ontstaan?
A
- Overmatig zweten
- Braken
- Diarree
- Polyurie
- Te weinig drinken/eten
- Grote brandwonden
2
Q
Wanneer is er sprake van isotone dehydratie?
A
Wanneer net zoveel water als zout verlies.
3
Q
Wanneer komt isotone dehydratie vaak voor?
A
Diarree en braken
4
Q
Wanneer is er sprake van hypertonie dehydratie?
A
Wanneer meer waterverlies dan zoutverlies.
5
Q
Bij hypertone dehydratie is sprake van celkrimp. Hierdoor verloopt metabolisme niet meer goed waardoor groter risico op acidose. Hoe behandel je hypertone dehydratie?
A
Toediening vocht met genoeg zouten (anders weefselzwelling: hersenoedeem)
6
Q
Wanneer is er sprake van hypotone dehydratie?
A
Wanneer zoutverlies groter is dan waterverlies.
7
Q
Wat zijn tekenen van ernstige dehydratie?
A
- Bradycardie
- Minimale urineproductie
- Verminderd bewustzijn
- Diepe tachyonen
- Ingezonken ogen
- Gewichtsverlies > 9%
8
Q
Wat is de behandeling van dehydratie?
A
- Orale rehydratie met ORS