Derde afdeling: inbeslagneming Flashcards

1
Q

Art. 94 Gronden voor inbeslagneming

A
  1. Vatbaar voor inbeslagneming zijn

alle voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen

of om wederrechtelijk verkregen voordeel,

als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, aan te tonen.

2,
Voorts zijn vatbaar voor inbeslagneming alle voorwerpen welker verbeurdverklaring of

onttrekking aan het verkeer kan worden bevolen.

  1. (KVI)
    Van de inbeslagneming van een voorwerp wordt,
    ook in geval de bevoegdheid tot inbeslagneming toekomt aan de rechter-commissaris of de officier van justitie,
    door de opsporingsambtenaar een kennisgeving van inbeslagneming opgemaakt.

Zoveel mogelijk wordt aan degene bij wie een voorwerp is inbeslaggenomen, een bewijs van ontvangst afgegeven.

De opsporingsambtenaar stelt de kennisgeving zo spoedig mogelijk in handen van de hulpofficier van justitie teneinde te doen beoordelen of het beslag moet worden gehandhaafd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Art. 95 Inbeslagneming bij aanhouden of staande houden

A
  1. De opsporingsambtenaar
    die de verdachte staande houdt of aanhoudt,
    kan de voor inbeslagneming vatbare voorwerpen
    die de verdachte met zich voert,
    in beslag nemen.
  2. Met betrekking tot het onderzoek aan of in het lichaam of het onderzoek aan de kleding van de aangehouden verdachte geldt artikel 56.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Art. 96 Inbeslagnemingsbevoegdheid opsporingsambtenaar

A
  1. In geval van ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit
    of in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid,
    is de opsporingsambtenaar bevoegd
    de daarvoor vatbare voorwerpen
    in beslag te nemen
    en daartoe elke plaats te betreden.

2.
De opsporingsambtenaar kan,
in afwachting van de komst van de rechter of ambtenaar die bevoegd is ter inbeslagneming de plaats te doorzoeken,
de maatregelen nemen die redelijkerwijs nodig zijn om wegmaking, onbruikbaarmaking, onklaarmaking of beschadiging van voor inbeslagneming vatbare voorwerpen te voorkomen.
Deze maatregelen kunnen de vrijheid van personen die zich ter plaatse bevinden beperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Art. 96a Uitleveringsbevel in beslag te nemen voorwerp

A

Lid1
In geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid,
kan de opsporingsambtenaar
een persoon die redelijkerwijs moet worden vermoed houder te zijn
van een voor inbeslagneming vatbaar voorwerp
bevelen dat hij dit ter inbeslagneming zal uitleveren.

2.
Het bevel wordt niet gegeven aan de verdachte.

3.
Bevel kan niet gegeven worden aan verschoningsgerechtigden

  1. Ten aanzien van brieven kan het bevel alleen worden gegeven, indien deze van de verdachte afkomstig zijn, voor hem bestemd zijn of op hem betrekking hebben, of wel indien zij het voorwerp van het strafbare feit uitmaken of tot het begaan daarvan gediend hebben.
  2. Het eerste lid vindt geen toepassing ten aanzien van pakketten, brieven, stukken en andere berichten, welke aan een postvervoerbedrijf als bedoeld in de Postwet 2009 of een geregistreerde ingevolge artikel 2.1, vierde lid, van de Telecommunicatiewet dan wel aan een andere instelling van vervoer zijn toevertrouwd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Art. 96b Doorzoeking vervoermiddel

A

1.

- Heterdaad
- 67lid1 feit
- Opsporingsambtenaar kan
- Vervoermiddel
- Doorzoeken
- M.u.v. woongedeelte

Betreden van een rijnaak/rijnschip/binnenvaart boot: altijd toestemming vragen. Net als een vrachtwagen cabine of een camper.

  1. Indien zulks met het oog op de uitoefening van de in het eerste lid verleende bevoegdheid noodzakelijk is, kan de opsporingsambtenaar:

a. van de bestuurder van het vervoermiddel vorderen dat hij het vervoermiddel tot stilstand brengt, en
b. het vervoermiddel vervolgens naar een daartoe door hem aangewezen plaats overbrengen of door de bestuurder laten overbrengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Art. 96c Doorzoeking van plaatsen

A
  1. In geval van ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit
    of in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid,
    kan de officier van justitie
    ter inbeslagneming
    elke plaats, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner
    en een kantoor van een persoon met bevoegdheid tot verschoning als bedoeld in de artikelen 218 en 218a,
    doorzoeken.

2.
Bij dringende noodzakelijkheid
en indien het optreden van de officier van justitie niet kan worden afgewacht,
kan een hulpofficier deze bevoegdheid uitoefenen.
Hij behoeft daartoe de machtiging van de officier van justitie.

Indien vanwege de vereiste spoed of de onbereikbaarheid van de officier van justitie de machtiging niet tijdig kan worden gevraagd, kan de machtiging binnen drie dagen na de doorzoeking door de officier van justitie worden verleend.

Weigert de officier van justitie de machtiging, dan draagt hij zorg dat de gevolgen van de doorzoeking zoveel mogelijk ongedaan worden gemaakt.

3.
Het doorzoeken van plaatsen overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid geschiedt onder leiding van de officier van justitie of, in geval van toepassing van het tweede lid, onder leiding van de hulpofficier.

4.
Artikel 96, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Art. 97 Doorzoeking woning zonder toestemming bewoner

A
  1. In geval van ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit
    of in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid,
    kan de officier van justitie,
    bij dringende noodzakelijkheid
    en indien het optreden van de rechter-commissaris niet kan worden afgewacht,
    ter inbeslagneming een woning zonder toestemming van de bewoner doorzoeken.
  2. Voor een doorzoeking als bedoeld in het eerste lid behoeft de officier van justitie de machtiging van de rechter-commissaris. Deze machtiging is met redenen omkleed.
  3. Kan ook het optreden van de officier van justitie niet worden afgewacht, dan komt de bevoegdheid tot doorzoeking toe aan de hulpofficier.
    Het eerste en het tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing. De machtiging van de rechter-commissaris wordt zo mogelijk door tussenkomst van de officier van justitie gevraagd.
  4. Indien de rechter-commissaris aan een hulpofficier van justitie machtiging heeft verleend ter inbeslagneming een woning zonder toestemming van de bewoner te doorzoeken, is voor het binnentreden in die woning door de betrokken hulpofficier van justitie geen machtiging als bedoeld in artikel 2 van de Algemene wet op het binnentreden vereist.

5Artikel 96, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoofdregel doorzoeking woning:

Art. 104 j° (juncto) 110 sv inbeslagneming - doorzoeken plaatsen R-C ter inbeslagneming

A
  • R-C
    • Altijd op verzoek van OvJ of Ambtshalve
    • Alle plaatsen doorzoeken
    • OvJ / HovJ aanwezig

Rechter-commissaris vraagt altijd of er geld, wapens, sieraden en/of drugs aanwezig is. Om te voorkomen dat hier later nog een verwijt wordt gedaan door de eigenaar dat dit gestolen is.
Rechter commissaris heeft het druk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly