Depressieve en manische episoden Flashcards

inzicht in depressieve en manische eopisoden

1
Q

Wat zijn de 2 vormen van stemmingsstoornissen? en wat is het verschil?

A

Unipolaire stoornis -> depressieve episode

Bipolaire stoornis -> depressieve en manische episoden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat mag er niet zijn bij een depressieve episode?

A

Sprake van een rouw process

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) staan de negen diagnostische criteria van een depressie beschreven. Volgens deze handleiding moet er voor het diagnosticeren van een eenmalige depressieve episode tenminste één van de twee volgende symptomen aanwezig zijn:
A. Depressieve stemming of gevoelens van waardeloosheid
B. Depressieve stemming of verlies van interesse en plezier
C. Gevoelens van waardeloosheid of suïcidegedachten
D. Verlies van interesse en plezier of suïcidegedachten

A

B. Depressieve stemming of verlies van interesse en plezier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke neurotransmitters zijn er bij een depressie verstoord?

A

Noradrenaline, dopamine, serotonine en cortisol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke medicamenteuze behandeling is geïndiceerd bij een depressie?

A

SSRI’s (citalopram, fluvoxamine, paroxaline) en als 2e keus TCA’s (clomipramide, imipramide)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Casus vraag:
Een 42-jarige man, alleenstaand, met een hoge functie, bezoekt zijn huisarts. Hij heeft
in het verleden driemaal een matig ernstige depressie gehad, waarvoor hij steeds
succesvol behandeld is met antidepressiva. Zijn oom, van vaders kant, heeft ook last
van terugkerende depressies. Vier weken geleden meldde hij zich weer met klachten
van slapeloosheid, eetlustverlies, somberheid en concentratiegebrek. Hij slikte toen
geen medicijnen en was lichamelijk gezond. De huisarts schreef hem paroxetine 20 mg
eenmaal ’s daags voor.

Wat is de meest waarschijnlijke
diagnose?

A

Unipolaire depressieve stoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Casus vraag:
Een 55-jarige man, manager van beroep, komt bij de huisarts. Sinds twee maanden
zijn er in toenemende ernst de volgende klachten: verlies van plezier, verminderde
eetlust, vroeg wakker, moe, concentratiestoornissen. Hij heeft zich sinds twee weken ziek gemeld. Er zijn geen opvallende problemen in zijn leven. Hij gebruikt medicatie in verband met het hartinfarct dat hij vijf jaar geleden had. Hij gebruikt geen drugs en geen alcohol. Dezelfde klachten heeft hij twee jaar geleden gehad gedurende drie
maanden. Hij heeft toen met goed resultaat een SSRI gebruikt. De huisarts vindt nu
geen lichamelijke verklaring voor zijn klachten. Er zijn geen psychotische symptomen.
Behalve twee jaar geleden heeft hij nooit eerder psychiatrische problemen gehad.

Wat is de meest waarschijnlijke
diagnose?

A

Unipolaire depressieve stoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij wisselende manisch en depressieve episoden heeft iemand een ……. stoornis

A

Bipolair 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij wisselende hypomanen en depressieve episoden heeft iemand een …. stoornis

A

Bipolair 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de behandeling bij een bipolaire stoornis manie? Wat wordt er acuut gegeven?
Wat moet je vermijden bij gemengde of snel opeenvolgende episodes?

A

Psychotherapie en een stemming stabilisator (lithuimcarbonaat).
Acuut -> SSRI’s/ TCA’s en Lithium.
Antidepressiva vermijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Casus vraag:
Als verzekeringsarts doet u een heronderzoek bij een 37-jarige ondernemer die sinds
twee jaar in de WAO is wegens burnout. Hij vertelt dat hij is opgebrand door te hard
werken. Meestal werkte hij gedurende maanden achtereen bijna dag en nacht. Hij was
dan vol energie en werd nooit moe. Hij had ook steeds nieuwe creatieve ideeën. Als hij
na enkele maanden “opbrandde”, raakte hij uitgeput, verloor hij zijn motivatie en zag hij
geen toekomst meer. Daarbij kan een rol spelen dat hij enkele financiële investeringen
heeft gedaan die achteraf niet verantwoord bleken. Patiënt heeft de ervaring dat het
harde werken in het eigen bedrijf hem al drie keer eerder heeft opgebroken, zodat hij
steeds een half jaar lang een vervanger moest aanstellen. Hij wil dat liever niet
opnieuw meemaken. Rust lijkt hem de enige optie.

Op grond van dit verhaal overweegt u om
in plaats van “burnout” een psychiatrische
diagnose te stellen. Welke komt daarvoor het
meest in aanmerking?

A

Bipolaire II stoornis (ook goed: bipolaire

stoornis).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een dysthyme stoornis?

A

Een langdurige milde depressieve periode. (minstens 2 jaar symptomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoelang moeten de syptomen van een manie bestaan?

A

minstens 1 week

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij een manie is er afgenomen activiteit in de ….. en verhoogde …..

A

Rechter frontaalkwab

Dopamine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij een depressie is er afgenomen activiteit in de ……. en verlaagde ………

A

Linker frontaalkwab

Dopamine/serotonine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een cyclothyme stoornis?

A

Een langdurige milde bipolaire stoornis (minstens 2 jaar symptomen)

17
Q

Casus vraag:
Een 30-jarige man is al ongeveer 8 jaar bekend met een bipolaire stoornis en jaren
lang stabiel op lithium en carbamazepine, met adequate spiegels. Een week geleden
werd hij met spoed door zijn eigen psychiater gezien in verband met toegenomen
geprikkeldheid en hyperactiviteit. Zijn psychiater concludeerde een hypomane episode en schreef tevens een klassiek antipsychoticum voor. Nu is patiënt is naar de EHBO gekomen omdat hij geen rust kan vinden. Hij vertelt dat de motorische onrust sinds het starten van het antipsychoticum verergerd is. Hij had trouwens al een paar weken zijn lithium en carbamazepine niet meer ingenomen, maar had dat zijn psychiater niet verteld. Nu gebruikt hij alle medicatie trouw sinds een week. Tijdens het onderzoek ziet u dat de patiënt niet stil kan zitten en regelmatig opstaat. Bij lichamelijk onderzoek vindt u een licht tandradfenomeen.

Wat is de psychische term voor deze onrust? Geef twee mogelijke oorzaken voor de
motorische onrust?

Wat is de mogelijke behandeling hiervan?

A

Acathisie (een inerlijke rusteloosheid, vaak gelokaliseerd in de benen, een onvrijwillige, continue motorische onrust)

  1. Het komt door mijn medicatie (antipsychoticum ).
  2. Het komt door de hypomanen.

De behandeling van acathisie is het staken of verlagen van de dosering van het antipsychoticum.
(Een andere mogelijkheid is overgaan op clozapine, olanzapine of quetiapine, of toevoeging van een β-blokker, anticholinergicum)