democratie & polarisatie Flashcards

1
Q

polarisatie

A

betekent dat mensen steeds verder uit elkaar komen te staan in hun meningen. Dit kan moeilijk zijn voor een democratie, omdat het ervoor zorgt dat mensen minder met elkaar praten en samenwerken. Als iedereen alleen maar naar zijn eigen groep kijkt en niet naar anderen, kan dat de democratie verzwakken en zorgen voor meer conflicten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

doelrationeel handelen

A

Doelrationeel handelen is een manier van handelen waarbij iemand bewust en doelgericht keuzes maakt om een specifiek doel te bereiken. Dit houdt in dat men verschillende opties overweegt, de gevolgen van die keuzes analyseert en uiteindelijk de meest effectieve strategie selecteert om het gewenste resultaat te behalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarderationeel handelen

A

manier van handelen waarbij beslissingen worden genomen op basis van waarden, normen en overtuigingen in plaats van alleen op efficiëntie of doelgerichtheid. hier staat de morele of ethische betekenis van de actie centraal, en de persoon handelt volgens wat zij belangrijk vinden, ongeacht de praktische uitkomsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

affectief handelen

A

manier van handelen die voornamelijk wordt gedreven door emoties en gevoelens. Bij affectief handelen reageren mensen op basis van hun directe emotionele ervaringen, waardoor beslissingen vaak impulsief en minder doordacht zijn. Het draait hierbij meer om persoonlijke gevoelens dan om rationele overwegingen of doelstellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

traditioneel handelen

A

manier van handelen die gebaseerd is op gewoonten, tradities en culturele normen. Bij deze vorm van handelen volgen mensen vaak de gebruiken en waarden die van generatie op generatie zijn doorgegeven, zonder veel bewust na te denken over de redenen achter deze keuzes. Het is dus een meer instinctieve en routinematige manier van handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

nieuwe vormen verpaupering

A

 tegenover fysiek licht werk staat zware psychische belasting
 tempo wordt opgevoerd, afwisseling neemt af
 hoger inkomen en uitbreiding vrije tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sociale rationalisering

A

streven om met behulp van empirisch onderzoek te zoeken naar een optimale situatie waarin werk tot hoge productiviteit leidt en wordt ingericht zodat mensen met plezier werken en gezond blijven (eist vaak lager werktempo en meer doelmatige organisatiestructuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

human relations beweging

A
  • verbeteringen gezocht in muziek op de werkplaats en het organiseren van sociale activiteiten na werk (sport en ontspanning)
  • arbeiders moesten meer zeggenschap krijgen over hun arbeidsomstandigheden, de indeling van werk en verdeling van verantwoordelijkheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

habermas

A

mens gaat van Homo Faber naar Homo Fabraticus = gefabriceerde mens, volledig geïntegreerd in het technische systeem richting technische vooruitgang wordt voor groot deel bepaald door belangen
die autonoom uit dwang van reproductie van sociale leven voortspruiten, zonder dat
betrokkenen kritisch worden doorgelicht Habermas houdt zich vast aan verband tussen liberalisme en democratie Er is pas sprake van een echte democratie wanneer iedereen gelijke kansen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

technische rationalisering

A

wil maar 1 kant op, namelijk nog sneller en ePciënter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

taalfilosofie

A

sociale binding komt tot stand via taalhandelingen
van mensen die met elkaar tot overeenstemming willen komen
- consensus brengt mensen samen
- verschil van mening drijft mensen uit elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3 werelden

A
  1. objectieve, fysieke wereld (waarheid)
  2. sociale / normatieve wereld > verhouding tot een ander (juistheid)
  3. subjectieve, psychische wereld > met taal je gevoel uitdrukken (waarachtigheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

habermas discours

A

discours over geldigheid van aanspraken mogelijk is en kan tot
consensus leiden, als er sprake is van machtsvrije discussie
Er geldt dan dat iedereen;
- evenveel recht heeft om mee te spreken
- evenveel recht heeft om argumenten aan te dragen
- absoluut onpartijdig is
- machtsverschillen tussen deelnemers volledig ontbreke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly