Definities Les 9, 10, 11 Flashcards

1
Q

Catwalk

A

Looppodium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Censuur

A

Niet je eigen mening kunnen zeggen; Toezicht door leiding, die gedeelten kan laten verwijderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ceremonie

A

Plechtigheid; Feest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Certificaat

A

Getuigschrift, Bewijs dat je geslaagd bent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Chanteren

A

Geld afpersen; Als je dit niet doet dan vertel ik het aan iedereen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Chaotisch

A

Wanordelijk; Rommel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Chartervlucht

A

Vlucht met een voor een bepaalde reis afgehuurd vliegtuig; Vliegtuigen afhuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Chauvinisme

A

Overdreven vaderlandsliefde; Mijn land is de beste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Chemisch reinigen

A

Schoonmaken met een scheikundige stof (en niet met zeep en water)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Chirurg

A

Arts die opereert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Choreograaf

A

Ontwerpen van balletten of een dans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Chronisch

A

Voortdurend; Altijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Chronologisch

A

Met opeenvolging (in de tijd) van gebeurtenissen; In goede volgorde van tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cineast

A

Filmmaker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Circuit

A

Kring van personen die ergens bij betrtokken zijn (hier: bij zwart geld)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Circulaire

A

Brief aan een groep per personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Circuleren

A

Rondgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Claim

A

Eis, vordering; Iets dat je wilt van iemand (bijvoorbeeld geld)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Clement

A

Niet streng

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Cliffhanger

A

Spannend, nieuwschierig makend moment in een verhaal of film.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Climax

A

Hoogtepunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Coalitie

A

Samenwerkende regeringspartijen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Coating

A

Beschermlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Cocktail

A

Gemengd koud voorgerecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Cocoonen

A

Gezellig thuiszitten en je helemaal afsluiten van de buitenwereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Collecte

A

Inzamelen van geld voor een goed doel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Colonne

A

Lange rij.

28
Q

Coma

A

Volledig bewusteloos.

29
Q

Combineren

A

Samen dragen.

30
Q

Comeback

A

Terugkomen; opnieuw beroemd worden

31
Q

Commando

A

Bevel; Leiding (Baas)

32
Q

Commercieel

A

Inzicht in hoe je geld kunt verdienen (winst kunt maken)

33
Q

Compenseren

A

Goedmaken; in evenwicht brengen

34
Q

Complex

A

Ingewikkeld geheel

35
Q

Complicaties

A

Bijkomende moeilijkheden

36
Q

Componist

A

Maker van muziekstukken

37
Q

Compost

A

Meststof van verteerbaar afval zoals bladeren en schillen

38
Q

Compressor

A

Apparaat dat lucht samenperst

39
Q

Compromis

A

Deal sluiten

40
Q

Condens

A

Dun laagje waterdruppels

41
Q

Condoleren

A

het spijt me voor je moeders dood

42
Q

Confectiekleding

A

Kleding die in grote aantallen wordt gemaakt (volges stanaardmaten)

43
Q

Conferentie

A

Bespreking (voor journalisten); wat er gaat of moet gaan gebeuren.

44
Q

collectie

A

Verzameling

45
Q

Confetti

A

Gekeurde ronde papiersnippers

46
Q

Conflict

A

Verschil van mening, ruzie

47
Q

Coniferen

A

Naaldbomen

48
Q

Conservatief

A

Behoudend; Gericht op het behoud van de bestaande maatschappelijke toestanden

49
Q

Progressief

A

Vooruitstrevend; Hervorming van de maatschappij; veranderingen willen

50
Q

Conserveermiddel

A

Middel tegen bederf; Iets toevoegen zodat het langer houdbaar is.

51
Q

Consternatie

A

Opschudding; situatie waarin niemand meer weet wat er moet gebeuren.

52
Q

Constructie

A

Bouw

53
Q

Consultatiebureau

A

Instelling die goede raad (advies) geeft

54
Q

Consumptie

A

Om te eten

55
Q

Continu

A

Voortdurend

56
Q

Contra

A

Tegen

57
Q

Contract

A

Schriftelijke overeenkomst

58
Q

Contrast

A

Verschil in helderheid tussen het lichtste en donkerste gedeelte

59
Q

Conversatie

A

(in) het spreken

60
Q

Copyright

A

Auteursrecht, eigendomsrecht

61
Q

Corruptie

A

Omkoping

62
Q

Corso

A

Optocht

63
Q

Cosmetica

A

Schoonheidsmiddelen

64
Q

Coulant

A

Gemakkelijk, tegemoetkomend

65
Q

Coulissen

A

Zijkant van het toneel

66
Q

Coupe

A

Haardracht

67
Q

Couvert

A

Bestek voor één persoon