Definities examen Pasen. Flashcards
Geef de definitie van een eerstegraadsfunctie.
Een eerstegraadsfunctie is een functie met een voorschrift van de vorm f(x) = ax + b met a ∈ R₀ en b = R.
Geef de definitie van een tweedegraadsfunctie.
Een tweedegraadsfunctie is een functie met een voorschrift van de vorm f(x) = ax² + bx + c met a ∈ R₀ en b,c = R.
Geef de definitie van een zuiver kwadratisch verband.
Het verband tussen twee grootheden y en x is zuiver kwadratisch als het quotiënt y/x² constant is.
Geef de definitie van de absolute frequentie met het gepaste symbool.
nⁱ
De absolute frequentie van het gegeven xⁱ is het aantal keer dat dit gegeven voorkomt.
Geef de definitie van de relatieve frequentie met het gepaste symbool.
fⁱ
De relatieve frequentie van het gegeven xⁱ is het quotiënt van de absolute frequentie ni en de omvang n van de steekproef. fⁱ = nⁱ/n
Geef de definitie van de cumulatieve absolute frequentie met het gepaste symbool.
cnⁱ
De cumulatieve absolute frequentie van het gegeven xⁱ is de som van alle frequenties. cnⁱ = n₁ + n₂ + n₃ …
Geef de definitie van de cumulatieve relatieve frequentie met het gepaste symbool.
cfⁱ
De cumulatieve relatieve frequentie van het gegeven xⁱ is het quotiënt van de cumulatieve absolute frequentie cnⁱ en de omvang n van de steekproef. cfⁱ = cnⁱ/n
Geef de definitie van het gemiddelde met het gepaste symbool.
⁻x
Het gemiddelde van een rij getallen is de som van die getallen gedeeld door het aantal getallen.
Geef de definitie van de mediaan met het gepaste symbool.
Me
De mediaan van een gerangschikte rij van n getallen is het getal met de rangorde n+1 / 2.
Geef de definite van de modus met het gepaste symbool.
Mo
De modus is het gegeven met de grootste frequentie.
Geef de definitie van een klasse.
Een klasse is een interval dat gesloten is in zijn ondergrens en open in zijn bovengrens. De grenzen van de klasse noem je de klassengrenzen.
Geef de definitie van het klassemidden met het gepaste symbool.
mⁱ
Het klassemidden is het gemiddelde van de klassengrenzen.
Geef de definitie van de klassebreedte.
De klassebreedte is het verschil tussen de bovengrens en de ondergrens van de klasse.
Geef de definitie van een histogram.
Een histogram is een staafdiagram met aaneengesloten staven.
Geef de definitie van een frequentiepolygoon.
Een frequentiepolygoon is een type lijndiagram dat gebruikt wordt bij gegroepeerde gegevens.