Défi 1 Mission 1 Flashcards

1
Q

De angst, de ongerustheid

A

L’anxiété

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het welzijn

A

Le bien-être

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Koperblazers

A

Les cuivres

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een evenwicht

A

Un équilibre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het zelfvertrouwen

A

L’estime de soi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een ontsnapping, afleiding

A

Une évasion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een gekheid, gekte

A

Une folie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een muziekgenre

A

Un genre musical

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een snaarinstument

A

Un instrument à cordes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een slaginstrument

A

Un instrument à percussion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een blaasinstument

A

Un instrument à vent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een mix, een mengeling

A

Un mélange

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een stuk, een nummer

A

Un morceau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een hulpbron

A

Une ressource

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het zomerseizoen

A

La saison estivale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De mentale gezondheid, de geestelijke gezondheid

A

La santé mental

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Een klank

18
Q

De steun, de ondersteuning

A

Le soutien

19
Q

Heilzaam

A

Bénéfique

20
Q

Chemisch

21
Q

Wanhopig

A

Exaspéré(e)

22
Q

Uniek, bijzonder, niet te evenaren

A

Inégalable

23
Q

Moreel

24
Q

Tijdelijk

A

Temporaire

25
Kleding-
Vestimentaire
26
Verzoenen
Concilier
27
Veroorzaken
Engendrer
28
Verrijken
Enrichir
29
Op elkaar afstemmen, in evenwicht brengen
Équilibrer
30
Invloed hebben op
Influer sur
31
Onderhouden
Maintenir
32
Schaden
Nuire à
33
Opduiken, verschijnen
Surgir
34
In de mode zijn
Être tendance
35
Het hoofd bieden aan
Faire face à
36
Energie geven
Mettre la pêche
37
In een andere wereld onderdompelen
Plonger dans un autre monde
38
Zich bewust worden van
Prendre conscience de
39
Iemand in een hokje plaatsen, duwen
Ranger quelqu'un dans une case
40
Iemand opmonteren
Remonter le moral à quelqu'un
41
Uit zijn comfortzone stappen, afwijken van de geijkte paden
Sortir des sentiers battus