Defensie afkortingen deel 2 Flashcards
1
Q
KOL
A
Kolonel
2
Q
GEN
A
Generaal
3
Q
LUPA
A
Lunch pakket
4
Q
PNOD
A
Pool niet operationeel dienstvervoer
5
Q
KVD
A
Kennis van ontvangst
6
Q
KIKADOWADO
A
Kind kan de was doen
7
Q
ROWILI
A
Rood wit lint
8
Q
SNAAK
A
cool tof
9
Q
5WH
A
wie wat waar wanneer
10
Q
PAX
A
Persoon
11
Q
BOXER
A
gepantserd voertuig
12
Q
FENNEK
A
Wielvoertuig gemaakt om niet op te vallen
13
Q
CV90
A
combat verhicle (rupsbanden)
14
Q
Leopard
A
tank
15
Q
HPG
A
Hygiene preventie gezondheidzorg (je wassen)
16
Q
Klasse 1
A
voedsel
17
Q
AMMAROK
A
volkswagen tereinvoertuig
18
Q
MULAN
A
Intranet van Defensie
19
Q
SMARTCARD
A
Je individuele pas om kazernes op te komen en te printen.
20
Q
KEKgebouw
A
keuken, eetzaal en kantine gebouw
21
Q
GVT
A
gevechtstenue uniform
22
Q
wapen of dienstvlak
A
specialismes binnen de landmacht (alle bataljons)
23
Q
KL
A
konnelijke landmacht
23
Q
KMAR
A
Konnelijke marchessee
23
CLAS
Comando landstrijdklachten
23
KLU
Konnelijke luchtmacht
24
KM
Konnelijke Marine
25
C-LAS
Comadant landstrijdklachten
26
27
28
29
30
31