deel I Flashcards
eenheidsstaat
de soevereiniteit berust onverdeeld bij het centrale niveau.
gecentraliseerde eenheidsstaat
alle overheidsfuncties worden uitgeoefend door instellingen / organen die behoren tot een en hetzelfde centrale bestuur (+deconcentratie)
deconcentratie
Het overdragen van bepaalde taken vanuit het centrale bestuur naar lagere instanties of ambten. Deze hebben geen rechtspersoonlijkheid maar maken deel uit van het centrale niveau. Staan onder het hiërarchisch toezicht van dat centrale niveau.
gedecentraliseerde eenheidsstaat
de ondergeschikte besturen maken geen deel uit van de centrale overheid. Deze besturen hebben wel eigen rechtspersoonlijkheid en zijn onderworpen aan een minder verregaande vorm van toezicht -> administratief of bestuurlijk toezicht.
territoriale decentralisatie
Er worden een aantal algemeen omschreven bevoegdheden toegekend aan overheden die voor een bepaald grondgebied bevoegd zijn.
vb. gemeenten en provincies
functionele decentralisatie
Het centrale niveau kent specifieke bevoegdheden toe aan overheidsdiensten die in een bepaald beleidsdomein over de nodige expertise beschikken. Doel: besluitvorming op een meer efficiënte en van de politieke instellingen meer onafhankelijke wijze organiseren.
spoils system -> to the victor belongs the spoils of the enemy
de voordelen die na de overwinning van de verliezer worden opgeëist
merit system
elke burger komt niet langer in aanmerking voor elke functie, er gebeurd een selectie op basis van een vergelijkend examen waarbij de competentie wordt getoetst.
administratieve verantwoording / verantwoordelijkheid / rekenplichtigheid
de administratie is verplicht om rekenschap af te leggen over de genomen beslissingen en verantwoordelijk kan worden gesteld voor wat misloopt.
government maakt plaats vr governance
De overheid wordt niet langer geacht altijd alles tot in detail te regelen, maar volstaat met het uittekenen van de grote lijnen en het creëren van de voorwaarden waaronder politieke diensten kunnen worden verstrekt.
grens tussen privaat en publiek recht
de hoedanigheid van de betrokken personen (organiek criterium)
de functie van de rechtsregels (inhoudelijk criterium)
de gehanteerde technieken (instrumenteel criterium)
besluiten en verordeningen
verzamelterm voor de akten die uitgaan van de verschillende uitvoerende macht van het land en de territoriaal en functioneel gedecentraliseerde besturen en diensten.
staan onder de wetten, decreten en ordonnanties.
binnen deze categorie 3 types:
- verordeningen (reglementaire besluiten) -> formuleren een rechtsregel en dus wetten in materiële zin
- organieke besluiten -> organiseren een openbare dienst, institutioneel van aard
- individuele besluiten -> passen een algemene regel toe op een concreet geval
duale systeem
een formele scheiding van de lokale en de centrale overheid. Hoewel het centrale gezag hier ook voorop staat, beschikken de lokale besturen over een verregaande zelfstandigheid en een grote autonomie voor alles wat de eigen interne organisatie betreft.
vb. GB: de gemeenteraad bepaalt er in belangrijke mate zelf of een college wordt opgericht en of in de functie van een burgemeester wordt voorzien.
gemengd systeem
De lokale besturen zijn ingebed in de ruimere overheidsorganisatie en worden ingepast in een regeling die uniform is voor alle lokale besturen binnen een staat
vb. Frankrijk: telt 10 departementen die kunnen vergeleken worden met provincies in België. Aan het hoofd van elk departement staat een prefect.