deel 9 Flashcards
geld als kredietmiddel
een middel om waarde tijdelijk uit te lenen aan een ander, meestal tegen bepaalde vergoeding
geld als ruilmiddel
een middel om goederen en diensten te kopen zonder dat daar een verkoop tegenover moet staan
geld als rekeneenheid
een monetaire meeteenheid voor het meten van de waarde van goederen, diensten en activa
geld als spaarmiddel
een middel om huidige waarde te bewaren voor de toekomst
promesse
getekend document met belofte tot betaling van vastgelegd
fiducair geld of fiat geld
geld zonder intrinsieke waarde, gebaseerd op vertrouwen
intrest
de vergoeding die de ontlener betaalt aan de uitlener
geldvraag
transactievraag + speculatieve vraag + voorzorgsgeld
monetair transmissiemechanisme
manier waarop het monetair beleid invloed heeft op de economie
geldbasis M0
som van bankbiljetten die de banken hebben + reserves op rekening bij ECB
minimumreserveverplichting
verplichting voor een bank om bepaald percentage van het ingezamelde spaargeld te deponeren op haar reserverekening bij de ECB (deposito’s)
haircut/surpluspercentage
verschil tussen de marktwaarde van een financieel actief dat als waarborg wordt gebruikt voor een lening en de waarde van de gewaarborgde lening
10-jarige rentespread
verschil tussen de rente op overheidsschuld met een looptijd van 10 jaar van een bepaald eurozoneland en van Duitsland
quantitative easing
ecb koopt financiële activa met nieuwe bankreserves (nieuw gecreërd basisgeld)
existrategie
bij een te grote geldbasis in de economie die leidt tot inflatie, gaat de ECB deze strategie toepassen om geld uit de economie te halen