deel 8 Flashcards

1
Q

intermediaire goederen/ half- afgewerkt product

A

goederen die minstens 1 productiebewerking moeten ondergaan om omgezet te worden in finale goederen voor consumptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

BBP volgens productiebenadering

A

totale TW die geproduceerd wordt door economische activiteit binnen een bepaald land gedurende een bepaalde periode (1 jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

BBP volgens inkomensbenadering

A

som van alle in 1 jaar binnen de landgrenzen gerealiseerde inkomens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

BBP volgens bestedingsbenadering

A

som van alle bestedingen aan finale goederen en diensten van een bepaald land in een bepaalde periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

lekken- en injectiebenadering

A

som van netto- investeringen, overheidsbestedingen en de export (injecties) is gelijk aan de som van het sparen, de belastingen en import (lekken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

nominaal bbp

A

bbp in lopende prijzen (tw= prijs van verkoop)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

reële bbp

A

= bbp in constante prijzen => neemt enkel hoeveelheidswijzigingen in rekening, prijzen worden constant gehouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

koopkrachtpariteits wisselkoers

A

verhouding tussen de kostprijs van een bepaalde goederenbundel en de kostprijs in het andere land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

prijsindex

A

gewogen evolutie van prijzen binnen de korf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

prijsindices

A

meten van het prijspeil/ manier om inflatie te meten (basisjaar 100, procentuele stijging/ daling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

impliciete bbp deflator

A

verhouding tussen nominale bbp en het reële bbp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

consumptieprijsindex

A

gewogen gemiddelde prijsevolutie van de consumptieprijzen waarbij de gewichten van elk goed bepaald worden door het aandeel dat dit goed inneemt in het budget van de gemiddelde consument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

recessie

A

2 of meer opeenvolgende kwartalen met negatieve groei van het seizoensgezuiverde bbp (op kwartaalbasis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

economische groei

A
  • stijging van het reëel bbp meestal op jaarbasis bekeken

- toename van de totale transactie waarde van jaar tot jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

potentieel bbp

A

bbp dat zich realiseert bij volledig gebruik van de productiefactoren bij normaal gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

aggregatieve vraag

A

som van alle bestedingen

17
Q

aggregatief aanbod

A

som van alle productie