deel 10 Flashcards

1
Q

rekruteringsbevolking/ bevolking op actieve leeftijd

A

kunnen arbeid aanbieden, maar ook mensen die uit eigen keuze niet tot de arbeidsmarkt toetreden (niet- actieven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

niet- actieven

A

mensen die niet in loondienst werken en ook niet naar werk zoeken (studenten, huismannen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

beroepsbevolking/ actieve bevolking

A

mensen die tot de arbeidsmarkt toetreden, zowel werkenden als werklozen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

werkloosheidsinterval

A

wanneer het voor werklozen voordeliger is om werkloos te blijven dan om werk te zoeken (loon ligt amper boven de werkloosheidsuitkering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

armoedeval

A

wanneer iemand opgesloten is in armoede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

reservatieloon werknemers

A

minimumbedrag dat iemand wil ontvangen in ruil voor het leveren van arbeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

marginale arbeidsproductiviteit

A

bijkomende productie van goederen door het inzetten van bijkomende werknemer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

loonwig

A

verschil tussen de loonkost min het netto gedeeld door de loonkost

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kapitaal

A

voorraad productiemiddelen die waarde hebben en die kunnen overgedragen worden van de ene periode naar de volgende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rente

A

inkomen dat ontvangen wordt vanuit vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

fysiek kapitaal

A

tastbaar kapitaal, door mensen geproduceerd: machines, materieel, uitrusting, huizen, wegen, gebouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

menselijk kapitaal

A

kennis, ervaring, scholing, vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

intellectueel kapitaal

A

intellectuele eigendomsrechten: patenten, octrooien, muziek, theater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

natuurlijk kapitaal

A

niet door de mens geproduceerd: gronden bossen, rivieren, ecosysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

sociaal kapitaal

A

sociale relaties en netwerken in economie bv: normen en waarden, cultuur, vertrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

institutioneel kapitaal

A

geheel van wettelijke bepalingen en voorschriften

17
Q

vervangingsinversteringen

A

de aangekochte kapitaalgoederen vervangen de economisch verouderde kapitaalgoederen bv: versleten machine vervangen

18
Q

uitbreidingsinvesteringen

A

de investeringen die vaste kapitaalgoederenvoorraad doen toenemen bv: machinepark van een bedrijf uitbreiden

19
Q

bruto-investering

A

bevatten enkel fysiek en intellectueel kapitaal

20
Q

echte ‘netto’-investeringen

A

(genuine investment) ook investeringen in menselijk kapitaal en veranderingen in natuurlijk kapitaal worden opgenomen

21
Q

verdisconteren

A

toekomstige bedragen naar vandaag transformeren door het berekenen van de actuele/ verdisconteerde waarde (AW) met discontovoet (i) => mate van ongeduld of tijdsvoorkeur (in the long run were all dead)

22
Q

gebruikswaarde

A

waarde die mensen hechten aan het product om het te gebruiken

23
Q

niet-gebruikswaarde

A

waarde die mensen hebben aan een goed zonder het te gebruiken

24
Q

directe gebruikswaarde

A

markt

25
Q

indirecte gebruikswaarde

A

het bos voorziet bepaalde goederen die door de mens kunnen worden gebruikt

26
Q

optiewaarde

A

waarde van het bos voor een individu in de toekomst

27
Q

vermogensmarkt/ financiële markt

A

markt waar de aanbieders van vermogen (spaarders, beleggers) de vragers van vermogen (bedrijven die willen investeren) ontmoeten om een overeenkomst te maken

28
Q

obligaties

A

schuldtitels met een vaste looptijd

29
Q

arbitrage

A

marktpartijen die winstmogelijkheden uitbuiten, door hun acties worden de winstmogelijkheden weggewerkt

30
Q

aandelen

A

deelbewijzen in kapitaal van onderneming (stuk eigenaar) => ontvangt dividend (winstaandeel)

31
Q

koers van het aandeel

A

verdisconteerde som van de toekomstige geldstromen

32
Q

douaneheffing

A

een belasting op goederen die in het buitenland geproduceerd worden en in het eigen land verkocht worden of vice versa (zorgen ervoor dat ingevoerde producten boven wereldprijs uitstijgen)
= import/export heffing