deel 10 Flashcards
rekruteringsbevolking/ bevolking op actieve leeftijd
kunnen arbeid aanbieden, maar ook mensen die uit eigen keuze niet tot de arbeidsmarkt toetreden (niet- actieven)
niet- actieven
mensen die niet in loondienst werken en ook niet naar werk zoeken (studenten, huismannen)
beroepsbevolking/ actieve bevolking
mensen die tot de arbeidsmarkt toetreden, zowel werkenden als werklozen
werkloosheidsinterval
wanneer het voor werklozen voordeliger is om werkloos te blijven dan om werk te zoeken (loon ligt amper boven de werkloosheidsuitkering)
armoedeval
wanneer iemand opgesloten is in armoede
reservatieloon werknemers
minimumbedrag dat iemand wil ontvangen in ruil voor het leveren van arbeid
marginale arbeidsproductiviteit
bijkomende productie van goederen door het inzetten van bijkomende werknemer
loonwig
verschil tussen de loonkost min het netto gedeeld door de loonkost
kapitaal
voorraad productiemiddelen die waarde hebben en die kunnen overgedragen worden van de ene periode naar de volgende
rente
inkomen dat ontvangen wordt vanuit vermogen
fysiek kapitaal
tastbaar kapitaal, door mensen geproduceerd: machines, materieel, uitrusting, huizen, wegen, gebouwen
menselijk kapitaal
kennis, ervaring, scholing, vaardigheden
intellectueel kapitaal
intellectuele eigendomsrechten: patenten, octrooien, muziek, theater
natuurlijk kapitaal
niet door de mens geproduceerd: gronden bossen, rivieren, ecosysteem
sociaal kapitaal
sociale relaties en netwerken in economie bv: normen en waarden, cultuur, vertrouwen