Deel 4: hart, diuretica, oog, GI Flashcards
RAAS
angiotensinogeen –> angiotensine 1 –> (ACE) –> angiotensine II
Effecten
- VC: stijging pre+ afterload
- aldosterone: Na retentie
Pimobendan
Indicatie hartinsuff: DCM, MI
- brede therapeutische/toxische marge -> geen TDM nodig
- Inodilator:
- inotroop, affiniteit van Ca voor troponine stijgt
- VD
- stijging nuteffect
- combineer met diuretica, ACEI, anti-aritmica
Digitalisglycosiden
- DIGOXINE: bij hartfalen, bv DCM
- negatief chronotroop: nevenwerking: artimie, AV block
- positief inotroop
- remt Na/K ATP-ase
- stimuleert Ca influx (in ruil voor Na)
- SR geprikkeld voor meer Ca vrijstelling
- stijging nuteffect
- diuretisch bij cardiaal oedeem
Ionofore coccidiostatica
- MONENSIN: bij NEB rund en tegen coccidiose
Doodt G+ in de pens, dus minder lactasevorming. G- stijgt juist dus meer proprionzuurvorming, dit is efficiënter dus inperking NEB.
Anti-diarretica
Opioide derivaten: mu R AT
- LOPERAMIDE: P-gp
- DIFENOXYLAAT
Adsorbantia: bij intoxicatie
- ACTIEVE KOOL, PECTINES, ….
Antimicrobieel: bij verstoorde darmmicrobiota
- AMINOGLYCOSIDES
- POLYMYXINES
Gastro-prokinetica
- METOCLOPRAMIDE: centraal
- DOMPERIDONE: perifeer
- RANITIDINE: histamine AT dus inhibeert AcCh sterase
Anti-emetica
Anti-dopaminergica
- METOCLOPRAMIDE centraal + perifeer
- DOMPERIDONE perifeer, vooral prokinese
5HT AT (serotonine AT) - ONDANSETRON heel sterk, dus bij kanker
Anti-cholinergica
- SCOPALAMINE vestibulair
Neurokinine 1 AT
- MAROPITANT breed spectrum, PGP
Spasmolytica
- BUTYLHYOSCINE = butylscopalamine
- Muscarine R AT
- Buscopan bij koliek
- ook kalf en hond
Receptoren pariëtale cel
- CCK R = gastrine R
- H2 R
- Prostaglandine R
- Muscarine R (M2, M3)
Ulcera en GERD
Antacida: lokaal neutraliserend
Maagmucosabeschermers
- SUCRALFAAT lokaal neutraliserend
- MISOPROSTOL systemisch: inh proton synthese
PPI
- OMEPRAZOLE 1e keus: systemisch, pomp uitschakelen
H2 antihistaminica
- CIMETIDINE
- RANITIDINE
- FAMOTIDINE
Van boven naar beneden meer potentie en minder effect op CYP leverenzymes. Ranitidine werkt ook prokinetisch.
Glaucoom
Carbo anhydrase inhibitoren
- ACETAZOLAMIDE systemisch, chronisch
Osmotische diuretica systemisch, acuut
- GLYCERINE
- MANNITOL
PS mimetica
- PILOCARPINE topicaal
B blokkers
- TIMOLOL chronisch
PG analogen relax GSC kanaal schlemm
- BIMATOPROST
- LATANOPROST
GM op pupil
Miotica: PS mimetica
- PILOCARPINE (ook bij glaucoom)
Mydriatica: PS lytica
- TROPICAMIDE kortwerkend
- ATROPINE langwerkend
Pulmonaire hypertensie
- SILDENAFIL (viagra)
- stijging cGMP: relaxeert GSC long en opent coerpera cavernosi Indicaties - pulmonaire embolie - hartworm - congenitale shunt: PDA
Bronchodilatoren
S mimetica; B2 agonisten
- CLENBUTEROL
- SALBUTAMOL
- TERBUTALINE
PS lytica
- ATROPINE
H2 antihistaminicia
- HYDROXYZINE alles tot hier lokaal
Methylxanthines systemisch: stimuleert bijnier
- THEOFYLLINE
Mucolytica
- N ACETYLCYSTEINE
- BROOMHEXINE
- Natte hoest