Deel 2: CZS, anesthetica Flashcards

1
Q

Lokale anesthetica

A

Aminoesters: minder potent, korter

  • PROCAINE: + pen G, interactie sulfo’s
  • TETRACAINE: oogoz

Aminoamides

  • LIDOCAINE: infiltratieanesthesie, anti-artimic, geleidings, epiduraal, pathches
  • MEPIVACAINE: IVRA + geleiding
  • BUPIVACAINE: geleiding (te potent voor IVRA)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Inhalatie anesthetica

A

Snelheid bloed/gas

  • DESFLURAAN
  • N2O
  • SEVOFLURAAN
  • ISO
  • HALO

Potentie: vet/gas

  • HALOTHAAN
  • ISOFLURAAN
  • SEVOFLURAAN
  • DESFLURAAN
  • N2O
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Overige injecteerbare anesthetica

A
  • PROPOFOL
  • ALFAXALONE

Inductie via GABA R

  • anesthesie + spierrelaxans
  • lipofiel: snel naar CZS
  • CV depressie
  • inductieapnee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dissociatieve anesthetica

A
  • KETAMINE
  • TILETAMINE: inductie varken

Inhibeert NMDA R: onderbreekt associatiebanen

  • analgesie somatisch > visceraal
  • geen spierrelaxatie
  • reflexen behouden
  • CV depressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Barbituraten

A
  • THIOPENTAL: inductie, niet bij greyhound
  • PENTOBARBITAL: euthanasie, onderhoud
  • FENOBARBITAL: anti-convulsief, langdurige sedatie
  • CV en adh depressie
  • VMC inhibitie: risico onderkoeling
  • Relaxatie + sedatie, geen analgesie!
  • Lipofiel: hangover
    Intoxicatie; IV bicarbonaat voor meer excretie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Injecteerbare anesthetica soorten

A
  • barbituraten
  • dissociatieve anesthetica: keta, tiletamine
  • propofol
  • neuroactieve steroïden: alfaxalone
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

alpha 2 agonisten

A
  • XYLAZINE: rund oz, nevenwerking aritmie
  • ROMIFIDINE: paard IV, nevenwerking aritmie, viscerale analgesie
  • DETOMIDINE: viscerale analgesie
  • MEDETOMIDINE: khd, 50/50 levo en dex
  • DEXMEDETOMIDINE: cv stabiel
  • antidoot ATIPAMEZOLE
  • potentialiseert inhalatieanesthetica
  • rum&raquo_space;> kat > hond > paard&raquo_space; varken
  • affiniteit afhankelijk van subtype alpha2D R
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dopamine A

A
  • APOMORFINE: emesis uitlokken
  • BROMOCRIPITINE: vanaf hier emesis bijwerking
  • PERGOLIDE
  • CABERGOLINE
  • METERGOLIDE
  • schijndracht
  • inhibitie melksecretie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Minor tranquillizers = bzp

A
  • TETRAZEPAM: myorelaxerend
  • MIDAZOLAM: premedicatie
  • DIAZEPAM: anti- epileptisch
  • FLUIPNAZEPAM

Faciliteert GABA binding op R

  • synergisme: pentobarbital, erythromycine, midazolam
  • sedatie foetus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Major tranquillizers

A
  • AZAPERONE: varken transport, agressie, anesthesie (icm analgesie)
  • ACP: acetyl chloor promazine: paard, penis

D2R

  • sedatie
  • premedicatie
  • neuroleptanalgesie (geen echte analgesie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Klassen die werken op GABA

A
  • bzp
  • barbituraten
  • neurosteroïden
  • inhiberen prikkeloverdracht
  • antidoot FLUMAZENIL: gecontroleerd ontwaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

GM inwerkend op serotonine

A

SSRI

  • FLUOXETINE
  • PAROXETINE

Anti-emetica
- ONDANSETRON

Mao-B inhibitoren
- SELEGININE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

SSRI

A
  • FLUOXETINE
  • PAROXETINE

Verhoogt [serotonine] t.h.v. synaps, meer gelukshoormoon werkt anti-depressief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar zitten D2 R

A
  • limbisch systeem
  • extrapyramidaal
  • hypothalamus-hypofyse: PRIF
  • CRTZ
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly