Deel 1: II. De bronnen van het objectief recht (H3: de rechtspraak) Flashcards
rechtspraak
zeggen wat recht is wanneer daarover een betwisting bestaat
vrijwillige rechtspraak
wanneer de rechter optreedt buiten elke betwisting
toepassingsdenken
recht spreken is het toepassen van rechtsregels op feiten
rechtsvormingsdenken
rechtspreken is een actieve bezigheid, waarbij de rechter het recht maakt, het recht vormt
rechtsfeiten
feiten waaraan het recht juridische gevolgen aan verbindt
interpretatio cessat in claris
een duidelijke wettekst behoeft geen interpretatie
interpretatiemethoden
technieken voor de uitleg van rechtsregels
telos
doel
open normen
hebben geen scherp afgebakende inhoud
stare decisis
lagere rechters gebonden door hogere rechters
gelijkheidsbeginsel
gelijke gevallen dienen op gelijke wijze te worden behandeld
laatste aanleg
er is geen hoger beroep of verzet meer mogelijk
hof van cassatie
oordeel niet over de zaak zelf, maar over de juridische beslechting door de feitenrechter
beginselen van behoorlijke rechtsbedeling
rechtsethische beginselen die tot rechtsbeginselen worden omgevormd wanneer ze in het recht worden gepositiveerd
exceptio non adimpleti contractus
jij komt uw verplichtingen niet na, dus ik ook niet
nemo judex in sua causa
niemand kan rechter en partij zijn in dezelfde zaak
retentierecht
het recht om een zaak die men verplicht is te leveren, te behouden omdat de tegenpartij ook nalaat haar verbintenissen uit te voeren
natuurlijke rechter
bij de wet ingestelde rechter
sub-judicebeginsel
zolang een geding bij de rechter aanhangig is, dient men zich van commentaar of stellingname te onthouden
inwendige openbaarheid
alle stukken op grond waarvan de rechter een beslissing neemt, moeten aan beide partijen tijdig bekend kunnen zijn, zodat zij daarop kunnen reageren
functionele onafhankelijkheid
de rechters zijn onafhankelijk in de uitoefening van hun rechtsprekende bevoegdheden
politisering van de magistratuur
de benoeming op grond van politieke gezindheid van de kandidaat
objectiveren
bijkomende voorwaarden stellen
staande magistratuur
ambtenaren van het openbaar ministerie
onpartijdigheid
niet vooringenomen zijn, niet persoonlijk betrokken zijn
subjectieve/persoonlijke onpartijdigheid
uit uitspraken/gedragingen/houding van de rechter blijkt dat hij vooringenomen is
objectieve/functionele/organieke onpartijdigheid
de vooringenomenheid, of de schijn ervan vloeit niet voort uit het persoonlijk gedrag van de rechter maar uit verifieerbare feiten i.v.m. de organisatie van de rechtsbedeling
wraking
een rechter moet zich wraken wanneer hij ontvangen wordt door een partij of geschenken krijgt van een partij
accusatoir
accusare = aanklagen
= initiatief ligt bij de partijen
inquisatoir
inquirere = onderzoeken
gezag van gewijsde
wat de rechter heeft beslist ten gronde, over de feiten heeft gezag, omdat we er in de samenleving van uitgaan dat wat de rechter heeft beslist de juridische waarheid is
res judicata pro veritate habetur
wat de rechter heeft uitgesproken ten gronde, wordt als de waarheid beschouwd
rechtsmiddelen
argumenten om in beroep te gaan
beginsel van dubbele aanleg
het recht om zijn zaak minstens tweemaal voor anders samengestelde rechtscolleges behandeld te zien
gewone rechtsmiddelen
hoger beroep en verzet
hoger beroep
ingesteld tegen een in eerste aanleg gewezen rechterlijke beslissing
voorlopig gezag van gewijsde
een rechterlijke beslissing waartegen nog een rechtsmiddel kan worden aangewend
kracht van gewijsde
onvoorwaardelijk uitvoerbaar
buitengewone rechtsmiddelen
1) voorziening in cassatie
2) derdenverzet
3) verzoek tot herroeping van gewijsde
4) verhaal op de rechter
5) vordering tot intrekking
dwangsom
een bijkomende veroordeling, die tegen de schuldenaar wordt uitgesproken en die wordt uitgevoerd wanneer de schuldenaar in gebreke blijft om de hoofdveroordeling uit te voeren
non datur tertium
er is geen derde categorie
politiek recht
een recht dat verbonden is met de prerogatieven van het openbaar gezag van de staat
administratieve rechtscolleges
de rechtscolleges die de federale wetgever, maar ook de decreet- of ordonnantiegever heeft opgericht met het oog op het beslechten van geschillen over politieke rechten
attributieconflicten
conflicten tussen de rechtscolleges van de rechterlijke macht en de administratieve rechtscolleges
dading
een contract waarbij partijen een gerezen geschil beëindigen of een toekomstig geschil voorkomen
billijke genoegdoening
schadevergoeding die de staat aan het slachtoffer moet betalen