Deel 1: II. De bronnen van het objectief recht (H1 + H2) Flashcards

1
Q

Materiële bronnen van het recht

A

factoren die de inhoud van het recht bepalen, heeft betrekking op de herkomst van de inhoud van het geldend recht, door welke maatschappelijke oorzaken is recht zoals het is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Formele bronnen van het recht

A

de verschijningsvormen waarin het geldend recht zich voordoet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de politieke bronnen

A

de machtsverhoudingen binnen de samenleving op politiek en sociaal vlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de feitelijke bronnen

A

de kenmerken van de samenleving op economisch, geografisch, klimatologisch, demografisch, … vlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de ideologische bronnen

A

de godsdienstige en filosofische overtuigingen, of de politieke ideeën in een samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

rechtsfilosofische en rechtstheoretische bronnen

A

de inzichten van de samenleving over het doel van het recht (de ‘rechtvaardige en rechtszekere ordening’) en over het recht als middel om dat doel te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

juridische bronnen

A

de studie van het recht dat in onze samenleving geldt, dat in het verleden heeft gegolden en dat in andere landen geldt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

rechtstheorie

A

de rechtswetenschap die het recht als middel en onder meer de efficiëntie ervan bestudeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

rechtsfilosofie

A

denkt na over de rechtsidee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de lege lata

A

actueel geldend recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de lege ferenda

A

het toekomstig recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly