DEEL 1 hoofdstuk 3: recht in de 21e eeuw - rechtstaat en scheiding der machten Flashcards
1
Q
wat is een machtsstaat?
A
= alle macht wordt gecontroleerd door de machthebber, meestal 1 of enkele personen, één partij of kaste.
- deze zijn aan geen enkele beperkende regel gebonden
- BV Hitler in Duitsland, Mussolini in Italië
2
Q
wat is een rechtsstaat?
A
= elk individu is gegarandeerd
- dat het kan genieten van minimale rechten en vrijheden
- zijn alle relaties, ook verticale, aan het recht onderworpen
-> hier regeert de macht dus niet meer, maar het recht (rule of law)
3
Q
Wat bedoeld men met de ‘checks and balances’?
A
de 3 onafhankelijke machten gaan samenwerken en elkaar controleren:
- wetgevende macht bepaalt de grote maatschappelijke opties
- uitvoerende mach voert het beleid uit
- de rechterlijke macht beslecht geschillen
4
Q
wat is een absolutistische staat?
A
= alle machten gaan uit van de vorst.
- deze vorst is op geen enkele wijze verbonden aan het recht
- BV ancien regime
Wel hadden deze staten altijd een concurrerende macht(en) = de parlementen, standen, rechtbanken, etc…