DEEL 1 hoofdstuk 3: recht in de 21e eeuw - recht en geschiedenis Flashcards

1
Q

recht is een middel van maatschappelijke ordening -> past zich aan aan de ontwikkeling van de maatschappij. Wat zijn hier de 2 vormen van?

A
  • middel van behoud (dekmantelfunctie)
    BV antieke toga’s
  • middel van vernieuwing (speerpuntfunctie)
    BV Franse revolutie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk recht is het fundament van ALLES?

A

het Romeins Recht

zie corpus iuris Civilis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is Ratio legis?

A

verwijst naar de bedoeling die nagestreefd werd door de wetgever, die gebruikt wordt om de wet te interpreteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke veranderingen zijn er geweest? ( hfdstk 3 deel 1. recht en geschiedenis)

A
  1. de waarden achter de normen zijn in evolutie
    BV kinderrechtenactivisme
  2. normerende instanties zelf veranderen van niveau
    BV defederalisering
  3. vormen van kenbaarheid
    BV Belgisch Staatsblad online
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is privaatrecht?

A

beheerst de relaties tussen particuliere personen, de horizontale relaties dus.

  • particuliere pers. = mensen van vlees en bloed / rechtspersonen
  • kan ook relaties tss. particulieren en de OH beheersen, als de OH zich als particulier gedraagt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is pubkliekrecht?

A
  • regelt de verhoudingen tss. OH en privé-personen, de verticale relatie.
  • regelt de verhoudingen tss. deOH en OH instellingen en OH organen onderling, de verticale & horizontale relaties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een Legist?

A

iemand die vroeger opgeleid werd in het recht op basis van de Corpus Iuris Civilis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een Canonist?

A

iemand die vroeger opgeleid werd in het recht op basis van kerkelijk recht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geef een concreet VB van de vermenging van publiek en privaatrecht.

A

Wie een zelfstandig beroep wil starten moet zich sociaal verzekeren (publiekrechtelijke plicht) maar is wel vrij van keuze van de (privaatrechtelijke) verzekeraar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geef een inhoudelijk VB van de vermenging van publiek en privaatrecht.

A

Jurisdictioneel monisme: afschaffing van de administratieve RB, want zowel horizontale als verticale rechtsverhoudingen zouden door hetzelfde recht moeten beheerst worden.

VB: in ons recht bestaat er wel een soort jurisdictioneel monisme want de arbeidsgerechten oordelen over arbeidsverhoudingen (privaat) en sociale rechten ( publiek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarom is onderscheiding van privaat en publiekrecht van belang?

A
  • bevoegdheid van rechtbanken
    waar moet je naartoe met je juridisch probleem?
    ° Administratieve RB + strafrechtelijke RB regelen verticale relaties
    ° burgelijke RB regelen horizontale relaties
  • juridische terminologie
    BV het woord concessie heeft 2 betekenissen:
    PUBLIEK: het van OHwege aan een particulier ter beschikking stellen v/e stuk openbaar domein om er winstgevende activiteiten op uit te oefenen BV markt
    PRIVAAT: exclusief distributierecht wordt verleend door een private producent, invoerder of hoofdverdeler aan een private verdeler.
  • denkcategoriëen en concepten
    PUBLIEK: beginselen van behoorlijk bestuur zijn richtgevend
    PRIVAAT: goede trouw
  • heuristiek
    heel wat boeken etc zijn opgesteld volgens publiek en privaatrecht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is het begrip goede trouw?

A

als in een situatie niet duidelijk is hoe een norm moet toegepast worden, wordt deze norm in het privaatrecht, volgens goede trouw geïnterpreteerd.
Men gaat met name kijken wat redelijkerwijze en in alle billijkheid de ene partij van de andere zou mogen verwachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe gaan we onderscheiden? - het gaat niet om de aard van diegene waar we mee in aanraking komen, het gaat om de hoedanigheid waarin deze andere wordt ontmoet.

A
  1. geweld of machtsmonopolie
    niemand anders dan de OH mag in onze maatschappij geweld gebruiken.
    KRITIEK
    er zijn nl. veel privaatrechtelijke instellingen die toch al OH handelingen kunnen beschouwd worden wanneer ze een van het openbaar gezag uitoefenen.

BV: de diploma van een afgestudeerde leerling van een (erkende) private school moet herkend worden in België.

  1. het nut criterium
    als iets van algemeen belang is -> publiekrechterlijk domein
    hebben enkel particuliere partijen er belang bij -> privaatrechtelijk domein

! opgelet nutcriterium is niet altijd sluitend !

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is ons recht?

A
  • systeem met weinig tot geen volksrechtspraak

- dominantie rol van de wetgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly