Decubitus Flashcards
Beschrijf wat categorie I van decubitus inhoudt
Niet-wegdrukbare roodheid bij een intacte huid. De huid voelt warm, soms hard aan en is verkleurd. Soms is er sprake van oedeem.
Beschrijf wat categorie II van decubitus inhoudt
Verlies van huidlaag of blaarvorming. Vaak een rode/roze oppervlakkige wond. Nog geen sprake van wondbeslag.
Beschrijf wat categorie III van decubitus inhoudt
Verlies van volledige huidlaag. Pezen, bot of de spieren zijn niet zichtbaar. Wel een geel wondbeslag.
Beschrijf wat categorie IV van decubitus inhoudt
Verlies van weefsel laag. Pezen, bot of spieren kunnen blootliggen, wondbeslag of necrose. Kans op osteomyelitis.
Er zijn 2 soorten categorieën niet in te delen, welke zijn dit?
- Verlies van een volledige huid- of weefsellaag. Deze wonden zijn volledig gevuld door gekleurd wondbeslag waardoor de diepte van de wond moeilijk te bepalen is.
- Vermoedelijke diepe weefselbeschadiging. De huid is intact maar paars/kastanjebruin of bloed gevulde blaar. Lijkt redelijk onschuldig maar kan heel diep zitten.
Wat betekent TIME?
T - Tissue (weefsel)
I - Infection (infectie)
M - Moisture (vocht)
E - Edge (wondranden en wondomgeving)
Wat zijn risicogroepen bij het ontstaan van decubitus?
- Een verminderde mobiliteit hebben. Hierbij is de mate van immobiliteit en de duur van de immobiliteit ook van belang.
- Al een decubituswond hebben. Zij lopen een groot risico op meerdere decubituswonden.
- Een dwarslaesie hebben of Zij voelen vaak de pijn niet, schuiven veel of kunnen juist niet van houding veranderen.
- Op de intensive care liggen. Zij zijn volledig immobiel en kunnen druk en pijn niet goed meer waarnemen.
- Geopereerd worden. Zij liggen vaak op een harde ondergrond, zijn tijdelijk niet mobiel en ze kunnen door de verdoving geen pijn of druk aangegeven. Zij lopen risico tijdens en na de operatie.
- In de terminale fase zijn. Zij zijn immobiel en door de uitval van diverse organen kunnen er problemen met de huid ontstaan.