De structuur van DNA EN RNA Flashcards
Wat zijn nucleïnezuren?
Macromoleculen opgebouwd uit nucleotiden.
Uit wat bestaat elk schakeltje nucleotide?
Uit een organische base, een pentose en een fosfaatgroep.
Men onderscheidt twee types nucleïnezuren…Welke twee?
De deoxyribonnucleïnezuur (DNA) en ribonnucleïnezuur (RNA).
Voor wat is de letter ‘A’ afkomstig in DNA en RNA?
Van Acid = zuur.
Nucleïnezuren zijn enorm belangrijk waarom?
Ze staan in voor de overdracht van erfelijke informatie. En via eiwitsynthese bepalen ze het verloop van de stofwisselingsreacties.
Welke cel bevat de grootste concentratie aan nucleïnezuren?
De kern.
De kern bevat de grootste concentratie aan nucleïnezuren…Waar komen ze nog voor?
In het cytoplasma, de mitochondriën en de plastiden.
Wat zijn nucleotiden?
De monomeren (schakeltjes) van de nucleïnezuren.
Welke organische base kunnen aangetroffen worden in nucleotide?
DNA en RNA: Adenine (A), Guanine (G), Cytosine (C)
Enkel in DNA: Thymine (T)
Enkel in RNA: Uracil (U) (4.1)
In nucleotiden van … is het pentose deoxyribose.
En in de nucleotide van … is dit ribose.
DNA
RNA
(4.2)
BIJLAGE: fosfaatgroep + bouw van een nucleotide + polynucleotide
4.3, 4.4 en 4.5