De rustmembraanpotentiaal Flashcards
1
Q
Ontstaan rustmembraanpotentiaal
A
- Dubbellaag fosfolipiden laat geen ionen door;
- Membraan bevat selectief permeabele ion-kanalen;
- Natrium-kaliumpomp genereert concentratieverschillen ionen;
- Nernst-vergelijking geeft per ion equilibriumpotentiaal, waarbij elektrische energie gelijk is aan chemische energie;
- Rustpotentiaal is gewogen som equilibriumpotentialen van ionen;
- Tijdens het rustpotentiaal staan meer kaliumkanaaltjes dan natriumkanaaltjes open, want -65 mV ligt vlakbij het kalium equilibriumpotentiaal
2
Q
Potentiaal
A
Verschil in potentiële energie. Het wordt veroorzaakt door verplaatsing van relatief weinig ionen. Dit heerst alleen over het zeer dunne membraan (capaciteit).
3
Q
Neuron
A
De potentiaal buiten een neuron is gelijk aan 0 mV; overaal binnen het neuron is deze -65 mV (de potentiaal binnen de cel is altijd lager dan buiten de cel)
4
Q
Dubbellaag fosfolipiden
A
- Doorlaatbaar voor vet oplosbare stoffen: zuurstof, alcohol, gassen, water (niet in vet oplosbaar, maar gaan met hoge snelheid als kogeltjes door de dubbellaag heen)
- Niet doorlaatbaar voor: glucose (Transporter nodig), ionen (gehydrateerd).
- Water verplaatst zich vooral door aquaporinen (eiwit);
- Ionen zijn gehydrateerd en kunnen niet door de dubbellaag fosfolipiden, er zijn selectief permeabele ionkanalen (eiwitten) die transport over membraan mogelijk maken;
- De natrium-kaliumpomp (Na+/K+-pomp, eiwit) brengt 3Na+ naar buiten en 2 K+ naar binnen door middel van ATP en genereert zo concentratieverschillen;
- K+ is vooral binnen de cel in hoge concentratie aanwezig; Na+ is vooral buiten de cel in hoge concentratie aanwezig;
- Equillibriumpotentiaal is evenwichtspotentiaal (elektrische energie gelijk aan chemische energie): Na+-equilibriumpotentiaal is +60 mV, K+-equilibriumpotentiaal is -80 mV
5
Q
A