de rechtvaardigheidstheorie Flashcards

1
Q
  • Hoe lijken rechtvaardigheidstheorien op verwacthingstheorien?
A

Het richt op cognitieve processen om een beslissing te nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • Hoe verschillen rechtvaardigheidstheorien met verwachtingstheorien?
A

Ze zien eerlijkheid als hoogste goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Op welke stellingen zijn de rechtvaardigheidstheorien gebaseerd?
A

Als verhouding verschilt wordt dit opgevat als onrechtvaardig, meer onrechtvaardigheid is meer stress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • Hoe wordt iemand gemotiveerd via de rechtsvaardigheidstheorie?
A

De inspanning /beloning, moet gelijk zijn als bij iemand anders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Wat blijkt uit de hoogte van een beloning voor inspanning, rechtsvaardigheidstheorie?
A

Kleine beloning geeft vaak meer inspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Waar refereren rechtvaardigheidstheorien naar?
A

Distributieve, procedurele en interactionele recthvaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • Wat is distributieve rechtvaardigheid?
A

Het geloof of mensen eerlijk worden beloond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • Wat is procedurele rechtvaardigheid?
A

Of procedures voor beloning toewijzen rechtvaardig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • Wat is interactionele rechtvaardigheid
A

Of mensen netjes worden behandeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  • Wat is de reden dat mensen door een gevoel van rechtvaardigheid meer motivatie krijgen?
A

De dankbaarheid voor eerlijkheid zorgt dat mensen harder gaan werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  • Wat is een belangrijk gevolg van rechtvaardigheid op het werk?
A

Mensen willen goede burgers zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • Wat zijn voorbeelden van OCB?
A

Altruisme, toewijding, vriendelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • Waarom heeft OCB belangstelling in onderzoek?
A

Het heeft invloed op bedrijfsresultaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • Hoe kunnen gevoelens van rechtvaardigheid elkaar compenseren?
A

Aanwezigheid van rechtvaardigheid kan compenseren voor ontbrekende vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • Hoe is de rechtvaardigheidstheorie in verschillende culturen van toepassing?
A

Collectivisme kijkt naar groepen, individualisme kijkt naar individuen als referentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  • Wat blijkt uit het gevoel van rechtvaarigheid in verschillende culturen?
A

Op groepen gericht is er minder gevoel van rechtvaardiging vermindering

17
Q
  • Waar moet worden opgelet met rechtvaardigheid?
A

Dat op bepaalde momenten altijd iemand is die iets onrechtvaardig vindt