De echtgenoot en het lieve kind Flashcards
(Lieve kind lepelt van een slagroomtaartje)
Smaakt het?
Mmm.
Wil je er nog een?
Nee, ik heb al teveel gegeten.
Je hebt geen wijn meer.
Nee… naar doet u geen moeite, ik laat het toch staan.
Doe niet zo formeel.
Soort - Dat gaat vanzelf, weet u.
Weet je.
Of ik wat weer?
Weet je, met je zeggen; niet weet u. - Kom eens hier.
Dadelijk… ben nog niet klaar.
Wat wil je?
Een kusje wil ik.
u bent… sorry, je bent een brutale aap.
Dat merk je nu pas.
Nee hoor, ik heb dat allang gemerkt… op straat al. - U zal wel -
Jij zal wel.
Jij zal wel van alles van me denken.
Zoals.
at ik direct met u mee ben gegaan naar een chambree séparée.
Nou, direct, direct.
U kunt het allemaal zo mooi zeggen.
Vind je?
En trouwens, er is toch niks mis mee.
Natuurlijk niet.
Of je nou samen gaat wandelen of…
Het is ook veel te koud om te wandelen.
Veel te koud.
Maar hier is het lekker warm, hé?
Ja.
Je lippen smaken nog naar zoet.
Die zijn van nature zo zoet.
Dat hoor je vast niet voor het eerst/
Zeg, gaat het een beetje?
Kom, zeg nou eens eerlijk. Hoe vaak is deze mond al gekust?
Wat is dat nou voor vraag? Je geloof me toch niet, als ik het zeg.
Waarom dan niet?
Raad maar.
Eehm, laten we zeggen. - Je mag niet bood worden.
Waarom zou ik boos worden?
Goed, ik schat… twintig.
Ja - waarom niet meteen honderddrieënzestig.
Ja, ik raadde maar wat.
Dan raad je dus wel mooi hartstikke mis.
Okee, tien.
Natuurlijk. Zo eentje die zich op straat laat aanspreken en dan direct meegaat naar een chambree séparée.
Doe toch niet zo kinderachtig. of je nou op straat loopt of in een kamer zit… We zijn in een restaurant. Ieder moment kan hier een ober binnenlopen - er is toch helemaal niks verkeerds aan…