Dates and time Flashcards
vanavond
this evening
de tijd
time
de dag
day
de ochtend
morning
de avond
evening
de nacht
night
de morgen
morning; tomorrow
de middag
afternoon
vandaag
today
morgenavond
tomorrow evening
dinsdag
Tuesday
woensdag
Wednesday
donderdag
Thursday
vrijdag
Friday
zaterdag
Saturday
zondag
Sunday
maandag
Monday
het jaar
year
de week
week
duren
to last (duration)
hoelang
how long
het moment
moment
de leeftijd
age
’s
in the, on (in reference to time)
het uur
hour
de maand
month
januari
January
februari
February
maart
March
april
April
mei
May
juni
June
juli
July
augustus
August
september
September
oktober
October
november
November
december
December
de kalender
calendar
de datum
date (day of the year)
de verjaardag
birthday
de periode
period
de eeuw
century
de lente
Spring
de zomer
Summer
de herfst
Autumn
de winter
Winter