daph Flashcards
1
Q
tegen sevenen
tegen eenen…
A
bijna 7 uur
2
Q
het ligt aan
A
it depends on
3
Q
iran heeft veel woestijnen
A
desert
4
Q
afstand
A
distance
5
Q
nl is een vlak land
A
flat
6
Q
de grens met belgie en duitsland is overal dichtbij
A
border
7
Q
met dijken en dammen houden we het land droog
A
dam
sad
8
Q
de laagste gebieden liggen in het westen
A
areas
9
Q
schepen
schepen varen
A
boats
sail
10
Q
een enorm gevaar
A
a big danger
11
Q
something like this
A
zoiets
12
Q
hij heeft een hekel aan het huishouden
A
hate
houskeeping
13
Q
stofzuigen
A
vaccuming
14
Q
ironing
A
strijken
15
Q
dish washing
A
afwassen
16
Q
uiteraard
A
naturlijk
17
Q
ik ben tevreden
A
i’m satisfied
18
Q
zij verdient het geld
verdienen
A
she earns money
earn
19
Q
mijn keuken is altijd vies
A
dirty
20
Q
badkamer
A
bathroom
21
Q
inderdaad
A
indeed
22
Q
een volledige baan
A
a fulltime job
23
Q
degene die het eerst thuis is
A
the one who is first in house
24
Q
Tegenwoordig
A
Nu
25
Q
Opeens
A
Suddenly
