1215 Flashcards

1
Q

ik doe onderzoek NAAR griep

A

naar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

daar geef ik liever geen antwoord op

A

javab nadadane moaddabane

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vind je dat je je vrije tijd goed besteedt

A

spend

besteden aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ik heb een hekel aan hoorcolleges bij psychologie

A

lectures

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

sociale media voorzien in die behoefte

A

provides

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

tijdschriften

A

magazines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

dat is opvallend goedkoop

zijn telefoon is heel opvallend

A

strikingly

too cheshme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ik houd niet van huisdieren, ik houd ze het liefst op afstand

A

ddd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

doe dan wel iets wat voldoening geeft

A

satisfaction

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

althans

A

at least

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ik wil zo bijdragen aan een leukere en betere wereld

A

contribute to

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

drijven : wat mensen drijft

A

drive : wat drives people

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vervolgens

A

then

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

uitkijken naar

A

looking forward to

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

regenachtig

A

rainy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kust

17
Q

trekpleister voor buitenlandse

A

attraction

18
Q

versterken

A

strengthen

19
Q

stijgen (steeg, is gestegen)

A

increase, rise

20
Q

vrijwel

21
Q

in 2009 droegen (bijdroegen) toerisme en recreatie circa 35 miljard euro bij aan de nlse economie

A

contributed (bijdragen)

approximately

22
Q

zeer waarschijnlijk

A

very likely

23
Q

omzet

24
Q

doorbrengen , heb je je vakantie bij je familie doorgebracht?

A

pass, spend time

25
Q

opleveren

26
Q

een geliefd gebied

A

a loved area

27
Q

bereiken

A

achieve

2: reach hoe kan ik jou het best bereiken? per foon, mail of sms?

28
Q

bestek

A

cutlery folk, knife,

29
Q

vanuit de hostels kun je uitwaaien op het strand, actief de natuur verkennen

A

walk into??

explore