Dans & ritme Flashcards

1
Q

De drie-eenheid vroeger

A

Muziek, dans en poezie bestonden niet op zichzelf, ze werden als één geheel uitgedrukt en ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De drie-eenheid nu

A

woord (poezie), toon (muziek) en beweging (dans) zijn ontwikkeld tot zelfstandige vormen (+ voorbeeld)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oratorium

A

toon (muziek) + woord (poezie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ballet

A

toon (muziek) + beweging (dans)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Drie-eenheid in de ritmiek

A

we proberen de drie-eenheid te herstellen, want hierdoor wordt de innerlijke beleving intenser en expressie wordt echter en waardevoller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ritme

A

Omschrijving
In de muziek …
In de letterkunde …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ritme in de muziek

A

Omschrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ritme in de letterkunde

A

Omschrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Schema woord, toon en beweging (overeenkomsten)

A

Zie schema

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Variëren in ritme

A
  • eenzelfde … = …
  • eenzelfde … = …
  • eenzelfde … = …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De drie-eenheid bij jonge kinderen

A
  • hebben deze …
  • voorbeelden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ritmiek in de opvoeding

A

Heeft een belangrijke rol …
Voorbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorwaarde voor een natuurlijke expressie van de drie-eenheid

A

Omschrijving
Hierdoor …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Evolutie / ontwikkeling van ritmiek bij kinderen

A

Van natuur (natuurlijke bewegingen) naar cultuur (door besef en oefenen)&raquo_space; belangrijke term

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoofddoel van ritmiek en expressie

A

Omschrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gevoel voor ritme

A
  • ontwikkeling …
  • door …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Spreken en bewegen

A

zijn …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat heeft toeval te maken met ritmiek?

A

Kinderen ontdekken ritme vaak toevallig (tijdens lawaai maken met blokken bv)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe ontstaat begaafdheid op gebied van muziek?

A

Hangt samen met ervaringen met muziek in de kindertaal (net zoals bij taal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Leerdoelen van ritmiek en expressie

A

Zelfde doelen als muzikale opvoeding, bewegingsopvoeding en muzische vorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waaruit bestaat ritmiek?

A

Ritmiekoefeningen + kinderdans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waaruit bestaat expressie?

A

Bewegingsexpressie + dansexpressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waarom is er een verschil tussen ritmiek en expressie?

A

Kinderdans …
Maar bij …
Je kan …
Maar …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Dansen is een …

A

Primitieve uiting
- dansen …
- kinderen …
- dansen is …
- er wordt …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Bouwstenen van dans

A

> > deze … en …

  1. L …&raquo_space; V / NV
  2. R …&raquo_space; R / H / L
  3. T …&raquo_space; S / T / M / R
  4. K …&raquo_space; V / W / G / O
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Het lichaam

A
  • is een vd …
  • neemt …
  • beweegt …
  • om …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Vormbeleving

A

is …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Geïsoleerd bewegen

A

met één lichaamsdeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Totaal bewegen

A

met het hele lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Verplaatsend bewegen

A

wanneer er een gewichtsverplaatsing plaatsvindt

31
Q

Ter plaatse bewegen

A

er vindt geen gewichtsverplaatsing plaats (bv buigen)

32
Q

Met één lichaamsdeel bewegen

A

geïsoleerd bewegen

33
Q

Met het hele lichaam bewegen

A

totaal bewegen

34
Q

Bewegen met gewichtsverplaatsing

A

verplaatsend bewegen

35
Q

Bewegen zonder gewichtsverplaatsing

A

ter plaatse bewegen

36
Q

Ruimte

A
  • is een vd …
  • ruimtelagen …
  • richtingen …
  • patronen …
37
Q

Tijd

A
  • is een vd …
  • is …, waarom?
  • heeft …
  • wat oefenen?
38
Q

Bouwstenen ruimte vs tijd, welke is moeilijker en waarom?

A

tijd moeilijker dan ruimte
» tijd = kind moet horen hoelang beweging moet duren (vraagt meer concentratie dan visueel waarnemen)
» ruimte = visuele indrukken

39
Q

Kracht

A
  • is een vd …
  • komt …
  • in …
40
Q

Danskwaliteiten

A
  • omschrijving
  • synoniem
  • voorbeeld&raquo_space; het is …
41
Q

Muziek bij ritmiekoefeningen

A
  • heeft een …
  • we moeten …
  • voorbeeld
  • welke muziek kan?&raquo_space; S / G / M / M
42
Q

Ritmiekoefeningen zijn nuttig voor

A
  • ontwikkelen van …
  • voorbeelden
43
Q

Aandachtspunt bij ritmiekoefeningen bij kleuters

A
  • ze hebben …
  • dus …
  • oplossing …
44
Q

Bouwstenen van muziek

A
  1. KK
  2. KS
  3. KH
  4. KD
  5. AMO&raquo_space; (2 belangrijke termen)
45
Q

Frasering

A

Hoort bij …
Wat?

46
Q

Tegenstellingen

A

Hoort bij …
Wat?

47
Q

Een ritmiek oefening maken

A

Stap 1 = …
Stap 2 = …
Stap 3 = …

Samenvatting = …

48
Q

Voorbeelden ritmiekoefeningen (schema)

A

Zie schema bouwstenen muziek + bouwstenen dans

1 …
2 …
3 …
4 …

49
Q

Ritmiekoefeningen bij jonge kleuters

A
  • koppeling …, dus …
  • werken met …
50
Q

Voorbeeld ritmiekoefening ‘klankkleur herkennen’

A

Voorbeelden

51
Q

Voorbeeld ritmiekoefening ‘klankduur herkennen’

A
  1. R&T
  2. G&G
  3. P&O
52
Q

Staccato

A

gesloten muziek

53
Q

Legato

A

gebonden muziek (?)

54
Q

Voorbeeld ritmiekoefening ‘klanksterkte herkennen’

A

Voorbeelden

55
Q

Voorbeeld ritmiekoefening ‘klankhoogte’

A

Voorbeelden

56
Q

Voorbeeld ritmiekoefening ‘afgeleid muzikaal element’

A

Voorbeelden

57
Q

Dansbeschrijvingen bij kinderdans

A
  • doel = …
  • categorieën …
    1. O&H
    2. P
    3. F
58
Q

Belang van kinderdans (doelen)

A

1 …
2 …
3 …
4 …

Deze doelen …
Het gaat niet om …

59
Q

Soorten kinderdansen

A
  • wat voor ritme?
  • veel …
  • kinderen …
60
Q

Keuze van dansbewegingen bij kinderdans

A
  • belangrijkste doel …
  • belangrijk hierbij is … en …
61
Q

Dansconstructie bij kinderdans

A

omschrijving + welke bewegingsvormen

62
Q

Welke kinderdans kiezen bij peuters?

A

omschrijving

63
Q

Welke kinderdans kiezen bij 3 jarige kleuters?

A

omschrijving

64
Q

Welke kinderdans kiezen bij 4 jarige kleuters?

A

omschrijving

65
Q

Welke kinderdans kiezen bij 5 jarige kleuters?

A

omschrijving

66
Q

Dansexpressie

A
  • welke dansvormen?
  • synoniem …
  • dansexpressie = …
67
Q

Wat is belangrijk bij dansexpressie?

A

1 …
2 …
3 …

68
Q

Hoe kinderen begeleiden bij dansexpressie?

A

Niet …
Maar … (+ voorbeeld)
Uitdagen …

69
Q

Essentieel bij dansexpressie?

A

omschrijving

70
Q

Fases bij dansexpressie

A

Fase 1 = … + wie?
Fase 2 = … + wie?

71
Q

Dansexpressie fase 1

A
  • welke fase?
  • wie?
  • expressie is …
  • onmogelijk …
  • kunnen wel …
  • door …
72
Q

Dansexpressie fase 2

A
  • welke fase?
  • wie?
  • we maken …
  • we streven …
  • door … = …
73
Q

Muziek bij dansexpressie

A
  • niet …
  • wel …
74
Q
A