Daedalus En Icarus 1 En 2 Flashcards
Interea
Bw= ondertussen
Claudere
O, clausi, clausum = sluiten
Pelagus
i, (onz) = zee
Licet
+conj= ook al
Patere
Eo, patui = openstaan
Aer
Aeris (m) = lucht
2 quondam
Bw= eens
Parvus
A,um= klein
Una
Bw= tegelijk samen
Ignarus
a,um (gen) = onwetend
Tractare
O, -avi, -atum= slepen
Modo….modo
Nu eens…..dan weer
Aura
Aurae = lucht
Instuere
O, instruxi, instructum = inrichten
Natus
I= zoon
Carpere
O, carpsi, carptum = plukken —> carpere viam = de weg afleggen
Tener
Era, erum = jong
Proles
Is= kind
Hortari
Or, hortatus Sum= aansporen
-ve
Vgw = of (ook)
Aeteher
Eris= lucht
Credere
O, credidi, creditum = geloven
Laevus
A, um= links
Deserere
O, deserui, dersertum= verlaten
Cupido
Cupidonis= verlangen
Inculum
i= verbinding
Ullus
A, um= enig ,enkel
Iam
(Bw) reeds, al
Ascpicere
Aspicio, aspexi, aspectum = aankijken
Tellus
Uris = aarde, grond