D4 Flashcards

1
Q

een sfeer

A

une ambiance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

het vermaak, het amusement

A

l’amusement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een rommelmarkt, een markt

A

une braderie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het carnaval

A

le carnaval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

een carnavalist

A

un carnavalier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

een ceremonie, een plechtigheid

A

une cérémonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een stoet

A

un cortège

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

een corvee, een vervelend werkje

A

une corvée

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een kostuum

A

un costume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een kermis

A

une foire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

een festival

A

un festival

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een kerstmarkt

A

un marché de Noël

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de folklore

A

le folklore

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

een masker

A

un masque

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

een erkenning

A

une reconnaissance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

een erfgoed

A

un patrimoine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

een personage

A

un personnage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een processie

A

une procession

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een bedanking

A

un remerciement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

een offer

A

un sacrifice

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

een trommel

A

un tambour

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

een trommelaar

A

un tamboureur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

een spoor

A

une trace

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

een traditie

A

une tradition

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
aangenaam, gezellig
agréable
21
druk
animé(e)
22
gezellig
convivial(e)
22
carnavalesk, van carnaval
carnavalesque
22
aantrekkelijk
attirant(e)
22
passend, geschikt
convenable
23
beroemd
célèbre
23
ontspannen
détendu(e)
24
centraal
central(e)
25
familiaal
familial(e)
25
opwindend
excitant(e)
25
schrikwekkend
effrayant(e)
26
folkloristisch
folklorique
27
sprookjesachtig
féérique
28
wazig
flou(e)
29
ideaal
idéal(e)
30
immaterieel, onstoffelijk
immatériel(le)
31
naïef
naïf/naïve
32
vorig, voorafgaand
précédent(e)
33
sfeervol
plein(e) d'ambiance
34
ontspannend, rustgevend
relaxant(e)
35
dwaas, bespottelijk
ridicule
35
traditioneel
traditionnel(le)
36
voorbijtrekken, defileren
défiler
37
aantrekken
enfiler
38
geboren worden
naitre
38
zich vermommen, zich verkleden
se déguiser
39
zich voegen bij
se joindre
40
elders
ailleurs
41
zeker
certainement
42
essentieel, grondig
fondamentalement
43
noodzakelijkerwijs
forcément
44
eerlijk gezegd
franchement
45
onder andere
notamment
46
echt
réellement
47
plechtig
solennel(le)
48
opgetogen zijn over
être ravi(e) de
49
een liefhebber
un amateureen
50
een attractie
une attraction
51
een vakje
une case
52
een kampioenschap
un championnat
53
een evolutie
une évolution
54
een festivalganger
un festivalier
55
een rooster
une grille
56
een kruiswoordraadsel
des mots croisés
57
uitwisbaar
effaçable
58
reusachtig
géant(e)
59
specifiek, bepaald
particulier / particulière
60
oplossen
résoudre
61
op initiatief van
à l'initiative de
62
van grote omvang
de grande ampleur
63
samenbrengen, verzamelen
mettre en commun
64
de traditie verderzetten
renouer avec la tradition
65
ruzies
une bagarre
66
een gewonde
un blessé
67
een sensibiliseringscampange
une campagne de sensibilisation
68
een chaos
un chaos
69
een vervuiling
une contamination
70
een afval
un déchet
71
een overlijden
un décès
72
een drama
un drame
73
een drug
une drogue
74
een inspanning
un effort
75
een (veiligheids)maatregel
une mesure (de sécurité)
76
een dode
un mort
77
een stormloop
un mouvement de foule
78
geluidshinder
une nuisance sonore
79
een alcoholprobleem
un problème d'alcoolisme
80
een gehoorprobleem
un problème d'audition
81
een vervuiling
une pollution
82
een preventie, een voorkomen
une prévention
83
een bijeenkomst
un rassemblement
84
een veiligheid
une sécurité
85
een locatie
une site
86
een getuigenis
un témoignage
87
een storm
une tempête
88
het vandalisme
le vandalisme
89
oncontroleerbaar
incontrôlable
90
ongerust
inquiet, unqiète
91
onrustwekkend, verontrustend
inquiétant(e) / préoccupant(e)
92
gewelddadig, hevig
violent(e)
93
achterlaten
abandonner
94
uitrukken
arracher
95
bijwonen
assister à
96
sterven
décéder
97
beperken
limiter
98
bedreigen, dreigen met
menacer de
99
voorkomen
prévenir
100
veroorzaken
provoquer
101
verlaten
quitter
102
verminderen
réduire
103
nadenken
réfléchir à
104
hernemen
reprendre
105
bewust maken
sensibiliser
106
zich beschermen
se protéger
107
vluchten
se réfugier
108
aan de oorsprong liggen van
être à l'origine de
109
in paniek raken
être pris de panique
110
het mogelijke doen
faire son possible
111
maatregelen nemen
prendre des mesures