CP lecture 5 Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Probleem met de term “overdosis”

A

Omdat het niet per se de doses is die het een overdosis maakt, maar ook de omgeving waarin een drug wordt gebruikt is belangrijk. Als de drug wordt gebruikt in een andere omgeving dan gewoonlijk dan is er een hogere kans op overdoses.
(Voorbeeld: The mice that got higher doses of the drug in a new environment were much more likely to die than those that received a higher drug dose in the already known environment. The mice that were exposed to the same environment as before were able to adapt because they knew drugs were coming.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Reciprocal determinisme

A

Gedrag wordt bepaald door de relatie tussen persoonlijke factoren, externe factoren en het gedrag zelf. Het gedrag zelf beïnvloedt de persoonlijke en de externe factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Volledig begrijpen gedrag/emotie

A
  • De ontwikkeling hiervan (combinatie van klassieke + operante conditionering)
  • De onderliggende mechanismen (activatie van een beloningssystemen)
  • Het functioneren hiervan (verstoorde systemen etc.)
  • De evolutie hiervan (het is ontstaan als een manier van overleven)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Learning theorie (conditionering) over verslavinf

A

Door positive reinforcement worden mensen verslaafd (het gebruiken geeft een fijn gevoel) en mensen blijven verslaafd door negative reinforcement (het vermijden van ontwennings- verschijnselen).

Klassiek conditioneren zorgt er voor dat een stimulus een trigger wordt voor het gebruiken van drugs, doordat het de tegenovergestelde effecten van de drug induceert (eg alcohol is hypothermic, je lichaam koelt er beetje van af, door stimulus lichaamstemp automatisch omhoog)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Incentive-sensitization theory

A

Liking and wanting are inter-changeable (= able to be exchanged with each other without making any difference or without being noticed), but not in addiction! Wanting is a form of motivation (fed by cues and negative reinforcement) and liking is a reward. Brain circuits underlying these processes are dissociable (= te onderscheiden).
→ Je drinkt niet meer omdat je het wil of lekker vindt, maar omdat je een negative reinforcement krijgt als je stopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

dynamic systems theory

A

behavior is a complex dynamic system. symptoms are not happened to come together, but are interacting symptoms that cause eachother

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Addiction formule

A

pleasure + psychological dependence + physical dependence

  1. Heroine
  2. Cocaine
  3. Nicotine
  4. Barbiturates
  5. alcohol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Invloed sociale omgeving op verslaving

A
  • reinforcement through observation & imitation others
  • social praise, contact and inclusion
  • punishment through ostracism, rejection
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Contingency management

A

Substance use is contingent (afhankelijk van/veranderbaar door) upon the presence of alternative reinforcers. If you rewards people with money for staying clean they are more likely to do so.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Behavioral economics

A

middelen gebruik is:
- Een indirecte functie van beperkingen/restricties op de toegang tot de stof.
- Een directe functie van beperkingen/restricties op de toegang tot alternatieve beloningen.
(eg. makkelijk te krijgen + geen alternatieven > gebruik)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

rational choice theory

A

gebruik is gemotiveerd door het afwegen van onmiddelijke “pay-off” en de lange termijn gevolgen van het gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly